Einde inhoudsopgave
Cessie (O&R nr. 70) 2012/II.5.6
II.5.6 Asset-backed commercial paper
mr. M.H.E. Rongen, datum 01-10-2011
- Datum
01-10-2011
- Auteur
mr. M.H.E. Rongen
- JCDI
JCDI:ADS358753:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Algemeen
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
Voetnoten
Voetnoten
Het is mogelijk dat het SPV zich daarnaast ook financiert door middel van een onderhandse kredietfaciliteit en/of de uitgifte van medium-term notes (‘MTN’s’).
Economisch bezien wordt de rente reeds vooraf, ten tijde van de emissie, voldaan. De rentevergoeding wordt verdisconteerd met de hoofdsom.
Zie voor een uitvoerige beschrijving van ABCP-programma’s: Fitch Ratings, Structured Finance, Global rating criteria for asset-backed commercial paper, November 2010; DBRS, Methodology, Asset-backed commercial paper criteria report: U.S. & European ABCP conduits, August 2009; Kothari 2006, hoofdstuk 18; Stone & Zissu 2005, hoofdstuk 6; Standard & Poor’s, Structured Finance, Legal criteria for U.S. structured finance transactions, October 2006, p. 111 e.v.; Standard & Poor’s, Structured Finance, Global asset-backed commercial paper criteria, September 2005; Fitch Ratings, Structured Finance, Asset-backed commercial paper explained, December 2004; Moody’s Investors Service, Structured Finance, The Fundamentals of asset-backed commercial paper, February 2003; Standard & Poor’s, Structured Finance, Asset-backed commercial paper criteria, New York 1999 en Moody’s Investors Service, Structured Finance, Asset-backed commercial paper: understanding the risks, April 1993.
Het is ook mogelijk dat het SPV van de ene onderneming vorderingen koopt, terwijl aan de andere onderneming een lening wordt verstrekt gesecureerd door een verpanding van vorderingen. In het laatste geval wordt wel gesproken van ‘loan-backed commercial paper’. Het is voorts mogelijk dat er meerdere SPV’s voor het ABCP-programma worden gebruikt (een ‘multiple-tier structure’). Een veel gebruikte structuur is dat de vorderingen door elke aan het programma deelnemende originator eerst worden overgedragen aan een afzonderlijke, voor die originator in het leven geroepen SPV, waarna dit SPV (de ‘seller’) de vorderingen overdraagt aan het SPV dat het ABCP uitgeeft (het zogeheten ‘conduit’). Ook is het mogelijk dat er niet een overdracht aan het conduit plaatsvindt, maar dat het conduit de sellers financiert met een gesecureerde lening.
Aanvankelijk ging het vooral om kortlopende vorderingen, zoals handelsvorderingen. Later betrof het vooral vorderingen met een lange looptijd, zoals vorderingen uit bedrijfsleningen en hypothecaire leningen.
ABCP-programma’s zijn o.a. gebruikt als wijze van overbruggingsfinanciering voor portefeuilles hypothecair krediet die in een latere fase (als de portefeuille een voldoende kritische massa heeft bereikt) worden opgenomen in een ‘term securitisation’ (d.w.z. een securitisation door middel van effecten met een (middel) lange looptijd). Men spreekt van ‘mortgage warehouse financing’. Zie o.a.: Moody’s Investors Service, International Structured Finance, Moody’s approach to analysing mortgage warehouse financing in EMEA ABCP conduits, October 2005; Moody’s Investors Service, Structured Finance, Moody’s approach to analyzing mortgage warehouse financing in ABCP conduits, February 2005; Moody’s Investors Service, Structured Finance, Moody’s approach to rating single seller mortgage warehouse structures, January 2005 en Standard & Poor’s, Structured Finance, Rating U.S. residential asset-backed mortgage warehousing conduits, September 2003.
Opgemerkt zij dat SIV’s zich vaak niet alleen met de uitgifte van CP financieren, maar ook met de uitgifte van ‘medium-term notes’ (MTN’s) en bovendien zijn voorzien met meer eigen vermogen (equity, meestal in de vorm van ‘capital notes’) dan een ABCP-conduit.
Vgl. hetgeen in nr. 91 is opgemerkt over de ‘arbitrage CDO’s’. Zie voorts: BIS 2009, p. 53 e.v.; Moody’s Investors Service, Structured Finance, Moody’s approach to evaluating credit arbitrage ABCP programs, August 2002; Standard & Poor’s, Structured Finance, Structured Investment Vehicle criteria, March 2002; Moody’s Investors Service, Structured Finance, Comparing and contrasting credit arbitrage ABCP programs and structured investment vehicles, January 2002 en Moody’s Investors Service, Structured Finance, An introduction to structured investment vehicles, January 2002.
De meeste arbitrage conduits en SIV’s behoren inmiddels tot het verleden. Vooral de arbitrage conduits hadden zwaar belegd in MBS en/of CDO’s met Amerikaanse hypotheekleningen als onderpand. Toen er in 2007 en 2008 op subprime leningen meer en meer verliezen werden geleden, keerden veel investeerders zich af van de arbitrage conduits en later ook van de SIV’s. Veel conduits en SIV’s waren daardoor niet in staat hun schulden te herfinancieren met als gevolg dat ze noodgedwongen werden geliquideerd of omgezet in (cash-flow) CDO’s. Ook hebben sommige conduits en SIV’s financiële ondersteuning gekregen van hun sponsors (i.e. de banken die de conduits en SIV’s hebben opgetuigd). De meeste conduits en SIV’s zijn inmiddels geliquideerd of geherstructureerd. Het valt te betwijfelen of conduits en SIV’s in hun oorspronkelijke vorm nog zullen terugkeren. Meer in het algemeen heeft de kredietcrisis pijnlijk duidelijk gemaakt dat aan de financiering van langlopende (hypotheek)leningen met kortlopend schuldpapier, zoals commercial paper, grote risico’s verbonden zijn.
De reden daarvoor kan zijn gelegen in (i) een verminderde financieringsbehoefte van aan het programma deelnemende originators, (ii) een verminderd vertrouwen in de kredietwaardigheid van het SPV (bv. als gevolg van een ‘downgrading’ van het ABCP of de ‘sponsor’) of (iii) in een verstoring van de geldmarkt die met zich brengt dat tijdelijk geen of minder commercial paper kan worden uitgegeven.
Zie o.a.: Fitch Ratings, Structured Finance, Global rating criteria for asset-backed commercial paper, November 2010, p. 5 e.v.; Fitch Ratings, Structured Finance, The importance of liquidity support in ABCP conduits, August 2005; Standard & Poor’s, Credit Ratings, Global asset-backed commercial paper criteria, September 2005, p. 12-13; Fitch Ratings, Structured Finance, Asset-backed commercial paper explained, December 2004, p. 8 e.v.; Moody’s Investors Service, Structured Finance, The Fundamentals of asset-backed commercial paper, February 2003, p. 41 e.v. en Moody’s Investors Service, Structured Finance, Asset-backed commercial paper: understanding the risks, April 1993, p. 10 e.v.
Indien de uitgifte van CP om wat voor reden dan ook (tijdelijk) niet mogelijk of wenselijk is, kan de liquidity facility door het SPV ook worden aangesproken voor de financiering van aan te kopen vorderingen.
‘Backup liquidity’ kan ook bestaan uit een onherroepelijke toezegging van één of meerdere banken om vorderingen van het SPV te kopen. Men spreekt van een ‘pool’ of ‘asset purchase agreement’.
Indien de vervaldagen van het ABCP wel aansluiten bij die van de geëffectiseerde vorderingen, is toepassing van liquidity support niet nodig. Men spreekt dan van een ‘unsupported ABCP-program’. Meestal wordt in een dergelijk ABCPprogramma ook geen credit enhancement toegepast.
Dit kan anders zijn in geval van een ‘fully supported’ ABCP-programma, zie hierna.
Zie daarover: § II.10 en § III.4.2.
Zie over de functie van de trustee in een securitisation, hierna: § II.11.1.3.
Deze bevoorschotting kan op verschillende manieren geschieden. Eén of meer financiële instellingen kunnen zich op grond van een zogenoemde pool purchase agreement ertoe verplichten om van het SPV vorderingen te kopen voor een prijs die het SPV in staat stelt aan zijn betalingsverplichtingen te voldoen. Ook is het mogelijk dat het SPV met één of meer financiële instellingen kredietovereenkomsten sluit op grond waarvan het SPV tegen verpanding van vorderingen krediet kan opnemen teneinde liquiditeitstekorten aan te zuiveren. Het SPV wordt bevoorschot ongeacht de werkelijke marktwaarde van de geëffectiseerde vorderingsrechten. ‘Indirect full support’ kan tot slot ook worden geboden door middel van een repo of total return swap.
Zie voor dit begrip: nr. 97, alsmede uitvoerig: § III.3.
Zie daarover: § III.3.3.
Zie daarover: § III.2.
Dit is veelal enkel weggelegd voor grote ondernemingen die beschikken over de hoogste korte termijn ratings (A-1+/P-1).
In de regel worden de namen van de aan het ABCP-programma deelnemende sellers niet aan investeerders bekend gemaakt. Zie Moody’s Investors Service, Structured Finance, The Fundamentals of asset-backed commercial paper, February 2003, p. 15.
Zie nr. 46.
Voor de volledigheid zij opgemerkt dat een ABCP-programma voor een sponsor meestal niet geheel solvabiliteitsneutraal is. Het is gebruikelijk dat de sponsor als ‘liquidity provider’ voor het programma optreedt. Hiervoor dient de sponsor een bepaalde mate van eigen vermogen aan te houden.
Opgemerkt zij evenwel dat vanwege de aanscherping van de (internationale) accountancyrichtlijnen (o.a. IFRS) veel ABCP-conduits door hun sponsors dienden te worden geconsolideerd, zodat er geen sprake meer is van een ‘off-balance’ activiteit. Zie ook hiervoor: nr. 36.
Het ABCP-programma kan bijvoorbeeld door de sponsor worden gebruikt als overbruggingsfinanciering (‘warehouse financing’) voor de uitvoering van een ‘term securitisation’. Zie hiervoor: noot 253.
95. Beschrijving. Een laatste vorm van ABS die vermelding verdient, betreft het zogenoemde asset-backed commercial paper (‘ABCP’). In geval van ABCP financiert het SPV zich hoofdzakelijk door middel van de uitgifte van commercial paper in de geldmarkt.1 Commercial paper betreft een obligatiesoort met een korte looptijd (tot 1 jaar), in geval van ABCP in de regel van 30 tot 270/364 dagen. Het commercial paper kan zowel rentedragend, als niet-rentedragend zijn. In het laatste geval wordt het commercial paper met een korting, een zogenoemde discount, op de nominale waarde uitgegeven. Aflossing vindt plaats tegen de nominale waarde, hetgeen betekent dat het rendement dat de investeerder op het commercial paper behaalt, wordt bepaald door de discount.2 Commercial paper wordt door een uitgevende instelling veelal op doorlopende basis uitgegeven. Dit wil zeggen dat er regelmatig emissies plaatsvinden en meestal ook dat het uitstaande commercial paper wordt afgelost met de opbrengst van een opvolgende emissie van commercial paper (een zogeheten roll over).
ABCP wordt over het algemeen uitgegeven in het kader van een programma dat voor onbepaalde tijd is opgezet.3 Dergelijke programma’s zijn aanvankelijk door commerciële banken gecreëerd teneinde hun corporate klanten een financieringsfaciliteit voor hun handelsvorderingen te bieden. Bij de aanvang van het programma worden met de opbrengst van de uitgifte van het ABCP door het SPV vorderingenportefeuilles gekocht van de aan het programma deelnemende ondernemingen (originators).4 De bedragen die het SPV op de geëffectiseerde vorderingen ontvangt, worden meestal aangewend voor de aankoop van nieuwe vorderingen van de originators. Het ABCP wordt over het algemeen afgelost door middel van een roll over; dat wil zeggen met de opbrengst van de uitgifte van nieuw ABCP. De hoeveelheid vorderingen die door het SPV op gezette tijden van een aan het programma deelnemende originator worden gekocht, kan, al naar gelang de financieringsbehoefte van elke originator, van keer tot keer verschillen. Dit betekent dat ook het uitstaande ABCP varieert naargelang de financieringsbehoeften van de aan het ABCP-programma deelnemende ondernemingen. De financiering met ABCP maakt het mogelijk rekening te houden met seizoenschommelingen in de debiteurenbestanden van de verschillende originators.
Later werden ABCP-programma’s door banken ook gebruikt voor de (her)financiering van hun eigen kredietportefeuilles en voor arbitragedoeleinden. De activa die met behulp van een ABCP-programma kunnen worden ge(her)financierd, kunnen dus zowel vorderingen met een relatief korte looptijd zijn, als vorderingen met een lange looptijd.5 Gedacht kan worden aan handelsvorderingen, credit card vorderingen, vorderingen uit hoofde van bedrijfsleningen en consumentenkredieten, vorderingen uit hoofde van leasing en hypothecaire vorderingen.6 Het is mogelijk dat verschillende soorten vorderingen in een en hetzelfde ABCP-programma worden opgenomen. Voorts kunnen allerhande effecten – waaronder ABS, MBS en CDO’s – het onderwerp vormen van de uitgifte van ABCP. Dat is het geval bij de zogeheten credit arbitrage conduits en structured investment vehicles (‘SIV’s’).7 Deze vehikels werden door commerciële banken of zakenbanken opgezet teneinde arbitragemogelijkheden te benutten8 en zijn hard geraakt door de kredietcrisis van 2007-2008.9
96. ‘Pass-through’, noch ‘pay-through’; backup liquidity. ABCP kan strikt genomen noch als een ‘pass-through’, noch als een ‘pay-through’ worden aangemerkt. In de regel bestaat er geen rechtstreeks verband tussen de opbrengsten van de geëffectiseerde vorderingen en de aflossingen op het commercial paper. Alleen in het geval dat uitstaand ABCP niet (volledig) door middel van een ‘roll over’ kan worden afgelost,10 kunnen de op de onderliggende vorderingen ontvangen betalingen worden aangewend voor de aflossing van het ABCP. Vaak zal het echter zo zijn dat de vervaldagen van de onderliggende vorderingen niet overeenstemmen met de vervaldagen van het ABCP. Het gevolg daarvan kan zijn dat het SPV over onvoldoende liquide middelen beschikt om opeisbaar ABCP af te lossen. Dergelijke maturity mismatches worden ondervangen met behulp van zogenoemde backup liquidity facilities.11, 12 Daarbij gaat het vaak om onherroepelijke kredietfaciliteiten die aan het SPV ter beschikking worden gesteld door één of meerdere banken (waaronder de sponsor van het programma).13 Aldus is de tijdige aflossing van het ABCP zekergesteld.14 De op de onderliggende vorderingen ontvangen bedragen worden in deze structuur aangewend om de liquidity provider te voldoen. De aan het SPV overgedragen vorderingen dienen dan ook niet zozeer ter dekking van het ABCP, maar hoofdzakelijk ter dekking van de (regres) vorderingen van de instellingen die betrokken zijn bij de verstrekking van liquiditeit aan het ABCP-programma. De liquidity providers dragen in de regel niet het aan de onderliggende vorderingen verbonden kredietrisico.15 Kredietverliezen worden geheel of gedeeltelijk ondervangen door de toepassing van allerhande ‘credit enhancement’-technieken,16 zoals ‘overcollateralisation’, garantstellingen en kredietverzekeringen.
97. ‘Single seller’ vs. ‘multi-seller’ ABCP-programma’s. Er kunnen verschillende vormen van ABCP-programma’s worden onderscheiden. Een ABCP-programma kan zijn opgezet om te voorzien in de financieringsbehoefte van slechts één enkele onderneming. In dat geval spreekt men van een single-seller ABCP-programma. Het komt echter vaker voor dat aan het ABCP-programma meerdere, niet aan elkaar gelieerde ondernemingen deelnemen. In dat geval worden vorderingen aangekocht van meerdere originators die op een gegeven moment tot het programma zijn toegetreden en later eventueel weer kunnen uittreden. Veel van deze programma’s zijn ontwikkeld en op de markt gebracht door grote commerciële banken teneinde hun klanten de mogelijkheid van een duurzame en flexibele (off-balance) financiering van hun vorderingenportefeuilles te bieden. Men spreekt dan van bank sponsored, multiseller ABCP-programma’s.
98. ‘Fully supported’ vs. ‘partially supported’ ABCP-programma’s. ABCP-programma’s kunnen verder worden onderscheiden in zogenoemde fully supported ABCP-programma’s en partially supported ABCP-programma’s. Dit onderscheid heeft betrekking op de manier waarop, en de mate waarin, investeerders in het ABCP worden beschermd tegen het kredietrisico verbonden aan de geëffectiseerde vorderingen.
In een fully supported ABCP-programma zijn de investeerders ervan verzekerd dat zij volledige en tijdige aflossing van het ABCP ontvangen, ongeacht of er kredietverliezen worden geleden op de onderliggende vorderingenportefeuille. De investeerders lopen in het geheel geen kredietrisico op de geëffectiseerde vorderingen. Dit risico wordt gedragen door derden die het SPV financieel ondersteunen. Deze financiële ondersteuning kan verschillende vormen aannemen. Ten eerste kunnen één of meer financiële instellingen zich jegens de investeerders garant stellen voor de volledige en tijdige aflossing van het ABCP. Men spreekt dan van een direct fully supported ABCP-programma. Indien het SPV niet aan zijn betalingsverplichtingen onder het ABCP voldoet, kunnen de investeerders zich, al dan niet door tussenkomst van een trustee,17 rechtstreeks tot de garant(en) wenden. Daarnaast staat het zogenoemde indirect fully supported ABCP-programma. In een dergelijk programma is de aflossing van het ABCP niet rechtstreeks gegarandeerd, maar wordt het SPV op basis van (een gedeelte van) zijn vorderingenportefeuille bevoorschot, zodat het te allen tijde in staat is aan zijn betalingsverplichtingen onder het ABCP te voldoen.18
Zowel in geval van een ‘direct’ als in geval van een ‘indirect fully supported’ programma draagt de verstrekker van de financiële ondersteuning (i) het kredietrisico verbonden aan de geëffectiseerde vorderingenportefeuilles en (ii) het liquiditeitsrisico dat in een bepaalde periode door het SPV onvoldoende gelden worden ontvangen om opeisbaar ABCP volledig en tijdig af te lossen. Een belangrijk verschil tussen beide vormen van ABCP-programma’s is dat investeerders in een ‘direct fully supported’ programma tevens worden beschermd tegen zogeheten structuurrisico’s,19 zoals het risico dat het SPV (ondanks de getroffen voorzorgsmaatregelen) in staat van faillissement geraakt of het risico dat de rechtsgeldigheid van de overdracht van de vorderingen aan het SPV door derden (bv. de curator in het faillissement van een originator) met succes wordt aangetast. Garantstellingen voor de aflossing van opeisbaar ABCP zijn over het algemeen onvoorwaardelijk. Investeerders in een ‘indirect fully supported’ programma worden daarentegen in mindere mate beschermd tegen structuurrisico’s. Maar ook dan geldt dat liquidity facilities vaak bescherming bieden tegen het ‘servicer’ en ‘cash-flow risk’20 en tegen bepaalde juridische risico’s (zoals de mogelijke ongeldigheid van de overdracht).21
In een partially supported ABCP programma wordt het kredietrisico verbonden aan de geëffectiseerde vorderingen niet geheel op derden afgewenteld, maar wordt het gedeeltelijk door de investeerders zelf gedragen. Kredietverliezen die uitstijgen boven een van tevoren vastgesteld bedrag (bv. 10% of 15% van het totaalbedrag van het ABCP), komen voor rekening van de investeerders in het ABCP. Verliezen beneden dat bedrag worden ondervangen met behulp van een of meer ‘credit enhancement’ faciliteiten. Het merendeel van de ABCP-programma’s betreft ‘partially supported’ ABCP-programma’s.
99. Voordelen van ABCP. De financiering van vorderingenportefeuilles door middel van een ABCP-programma biedt een aantal voordelen voor zowel de aan het programma deelnemende ondernemingen, als de programma- sponsor.
Voor ondernemingen is het voordeel gelegen in een duurzame en flexibele (off-balance) financiering van de vorderingenportefeuille tegen lagere kosten dan mogelijk zou zijn in geval van financiering met bankkrediet. De onder het programma uitstaande financiering kan snel worden uitgebreid of verminderd naargelang de financieringsbehoeften van de aan het programma deelnemende originators. Financiering met ABCP is uitermate geschikt voor de financiering van vorderingenportefeuilles die zijn onderworpen aan seizoensschommelingen.
Ondernemingen die onvoldoende kredietwaardig zijn, te klein zijn, dan wel onvoldoende naamsbekendheid genieten om zelfstandig commercial paper in de geldmarkt uit te geven, worden door de deelname aan een ABCP-programma (het ‘poolen’ van assets) in staat gesteld om tegen aantrekkelijke geldmarkttarieven financiering te verkrijgen. Maar ook voor ondernemingen die wel in de positie verkeren om zelfstandig commercial paper uit te geven,22 kan deelname aan een ABCP-programma voordelig zijn als alternatieve financieringsbron. Bovendien stelt het deze ondernemingen in staat om anoniem financiering te verkrijgen in de geldmarkt.23
Daarbij komt dat een ABCP-programma ondernemingen de mogelijkheid biedt van een off-balance financiering; de vorderingen die in het effectiseringsprogramma worden opgenomen, kunnen onder bepaalde voorwaarden van de balansen van de originators worden verwijderd.24 Dit kan leiden tot een verbetering (of een consolidatie) van vermogensratio’s van de aan het programma deelnemende ondernemingen.
In geval van een multiseller ABCP-programma zijn de operationele kosten verbonden aan het programma bovendien relatief laag, aangezien deze kosten kunnen worden verdeeld over meerdere originators. Ondernemingen wier vorderingenportefeuilles te gering van omvang zijn om een eigen securitisationprogramma tot stand te brengen, worden door deelname aan een multiseller-programma in staat gesteld om toch gebruik te kunnen maken van securitisation als financieringsinstrument.
Ook voor de financiële instellingen die de ABCP-programma’s arrangeren en administreren, de zogenoemde sponsors, zijn er voordelen te behalen boven traditionele kredietverlening. Zij zijn namelijk in staat om hun klanten een aantrekkelijke financiering van hun vorderingenportefeuilles te bieden, zonder dat dit voor de financiële instelling zelf tot balansverlenging hoeft te leiden en zonder dat te veel beslag wordt gelegd op de solvabiliteit;25 afhankelijk van hoe het programma precies is gestructureerd kan de financiering via een ABCP-programma ook voor de sponsor een off-balance activiteit zijn.26 Rente-inkomsten ter zake van kredietverlening worden vervangen door vergoedingen ter zake van het arrangeren en administreren van het effectiseringsprogramma. Een sponsor kan het ABCP-programma voorts ook aanwenden voor zijn eigen financieringsbehoefte door vorderingen uit hoofde van allerhande vormen van kredietverlening in het programma onder te brengen.27