Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering
Artikel 58 [Gevallen. Termijn]
Geldend
Geldend vanaf 01-10-1994
- Redactionele toelichting
Deze wijziging is van toepassing op bevelen tot inverzekeringstelling welke zijn gegeven na het tijdstip van inwerkingtreding van deze wijziging.
- Bronpublicatie:
21-04-1994, Stb. 1994, 307 (uitgifte: 01-01-1994, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 21225 Overheid.nl: 21225)
- Inwerkingtreding
01-10-1994
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-08-1994, Stb. 1994, 646 (uitgifte: 01-01-1994, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
1.
Het bevel tot inverzekeringstelling wordt slechts verleend in geval van een strafbaar feit waarvoor voorloopige hechtenis is toegelaten.
2.
Het bevel tot inverzekeringstelling is slechts gedurende ten hoogste drie dagen van kracht. Bij dringende noodzakelijkheid kan het bevel door de officier van justitie eenmaal voor ten hoogste drie dagen worden verlengd.
3.
Zodra het belang van het onderzoek dit toelaat, gelast de hulpofficier de invrijheidstelling van de verdachte. In het andere geval stelt hij de officier van justitie voor de inverzekeringstelling te verlengen. De officier van justitie kan bevelen dat de verdachte ten einde te worden gehoord voor hem wordt geleid.