Richtlijn 98/58/EG inzake de bescherming van voor landbouwdoeleinden gehouden dieren
Artikel 10
Geldend
Geldend vanaf 08-08-1998
- Bronpublicatie:
20-07-1998, PbEG 1998, L 221 (uitgifte: 08-08-1998, regelingnummer: 98/58/EG)
- Inwerkingtreding
08-08-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-07-1998, PbEG 1998, L 221 (uitgifte: 08-08-1998, regelingnummer: 98/58/EG)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
EU-recht / Marktintegratie
1.
De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, waaronder eventuele sancties, in werking treden om uiterlijk op 31 december 1999 aan deze richtlijn te voldoen, tenzij de Raad, in het licht van het in artikel 8 bedoelde verslag, een andersluidend besluit neemt. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.
Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2.
Wat de bescherming van landbouwhuisdieren betreft, kunnen de lidstaten echter, ook na 31 december 1999, en met inachtneming van de algemene bepalingen van het Verdrag, op hun grondgebied bepalingen handhaven of toepassen welke strenger zijn dan die welke in deze richtlijn zijn vastgesteld. Zij stellen de Commissie van de betrokken maatregelen in kennis.
3.
De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.