Richtlijn 98/58/EG inzake de bescherming van voor landbouwdoeleinden gehouden dieren
Artikel 5
Geldend
Geldend vanaf 08-08-1998
- Bronpublicatie:
20-07-1998, PbEG 1998, L 221 (uitgifte: 08-08-1998, regelingnummer: 98/58/EG)
- Inwerkingtreding
08-08-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-07-1998, PbEG 1998, L 221 (uitgifte: 08-08-1998, regelingnummer: 98/58/EG)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
EU-recht / Marktintegratie
1.
De Commissie dient bij de Raad de nodige voorstellen voor een uniforme toepassing van de Europese Overeenkomst inzake de bescherming van landbouwhuisdieren en, op basis van een wetenschappelijke evaluatie, de op basis van die overeenkomst aangenomen aanbevelingen, alsmede de nodige specifieke voorschriften in.
2.
De Commissie legt om de vijf jaar, en wel voor de eerste maal binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn, op grond van de ervaring die sedert de uitvoering van deze richtlijn is opgedaan, met name wat de in lid 1 bedoelde maatregelen betreft, aan de Raad een verslag voor waarin de ontwikkelingen op technisch en wetenschappelijk gebied in aanmerking zijn genomen, eventueel vergezeld van passende voorstellen waarin rekening is gehouden met de conclusies van dat verslag.
3.
De Raad neemt met gekwalificeerde meerderheid van stemmen een besluit over die voorstellen.