Einde inhoudsopgave
Wet dieren
Artikel 5.11 Diervoeders en gemedicineerde diervoeders
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2024
- Bronpublicatie:
29-05-2024, Stb. 2024, 156 (uitgifte: 14-06-2024, kamerstukken: 35746)
- Inwerkingtreding
01-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-06-2024, Stb. 2024, 160 (uitgifte: 14-06-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
1.
Onze Minister kan maatregelen treffen met betrekking tot:
- a.
diervoeders en gemedicineerde diervoeders ten aanzien waarvan niet is voldaan aan het bepaalde bij of krachtens deze wet of ten aanzien waarvan dit wordt vermoed, en
- b.
diervoeders en gemedicineerde diervoeders die de gezondheid van mens of dier of het milieu in gevaar kunnen brengen.
2.
De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, kunnen inhouden:
- a.
een verbod op het vervoeren, het bewerken of het verwerken en het in de handel brengen;
- b.
een verplichting tot tijdelijke opslag;
- c.
een verplichting tot het terugroepen of het uit de handel nemen;
- d.
een verplichting tot het vernietigen;
- e.
een verbod op het in of buiten Nederland brengen;
- f.
een verplichting tot het terugzenden, voor zover het product afkomstig is uit een ander land;
- g.
een verplichting om houders, dan wel vermoedelijke houders onverwijld en op doeltreffende wijze op de hoogte te stellen;
- h.
een verplichting tot het identificeren en registreren van de diervoeders en gemedicineerde diervoeders;
- i.
een verplichting tot het ontsmetten, dan wel het toepassen van een andere passende behandeling;
- j.
een verplichting tot het ophalen van in de handel gebrachte diervoeders en gemedicineerde diervoeders en het opslaan op een bij de maatregel aangewezen plaats;
- k.
een verplichting om de diervoeders en gemedicineerde diervoeders voor andere doeleinden te gebruiken, en
- l.
een verbod op het voederen aan, het toepassen bij of het brengen in de nabijheid van dieren.