Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) Nr. 912/2010 tot oprichting van het Europese GNSS-Agentschap, tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1321/2004 van de Raad inzake de beheersstructuren van de Europese programma's voor radionavigatie per satelliet en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 683/2008 van het Europees Parlement en de Raad
Artikel 4 Rechtspersoonlijkheid, plaatselijke kantoren
Geldend
Geldend vanaf 23-05-2014
- Bronpublicatie:
16-04-2014, PbEU 2014, L 150 (uitgifte: 20-05-2014, regelingnummer: 512/2014)
- Inwerkingtreding
23-05-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-04-2014, PbEU 2014, L 150 (uitgifte: 20-05-2014, regelingnummer: 512/2014)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
1.
Het Agentschap is een orgaan van de Unie. Het heeft rechtspersoonlijkheid.
2.
In elk van de lidstaten geniet het Agentschap de meest uitgebreide handelingsbevoegdheid welke aan rechtspersonen krachtens het recht wordt verleend. Het kan in het bijzonder roerende en onroerende goederen verwerven of vervreemden en kan in rechte optreden.
3.
Het Agentschap kan besluiten plaatselijke kantoren te vestigen in de lidstaten, met hun instemming, of in derde landen die overeenkomstig artikel 23 aan de werkzaamheden van het Agentschap deelnemen.
4.
De keuze voor de vestigingsplaats van die kantoren wordt gemaakt op basis van objectieve criteria die gericht zijn op een vlotte werking van het Agentschap.
De bepalingen betreffende de vestiging en de werking van het Agentschap in de ontvangende lidstaten en de ontvangende derde landen en betreffende de voordelen die zij toestaan aan de uitvoerend directeur, aan de leden van de Raad van bestuur en de Raad voor de veiligheidsaccreditatie en aan het personeel van het Agentschap en hun gezinsleden worden vastgelegd in bijzondere regelingen die worden overeengekomen door het Agentschap en die staten en landen. De bijzondere regelingen worden goedgekeurd door de Raad van bestuur.
5.
De ontvangende lidstaten en de ontvangende derde landen scheppen door middel van de specifieke regelingen bedoeld in lid 4 de noodzakelijke voorwaarden voor een vlotte werking van het Agentschap.
6.
Overeenkomstig artikel 11 bis, lid 1, onder f), wordt het Agentschap vertegenwoordigd door zijn uitvoerend directeur.