Einde inhoudsopgave
Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2024
- Bronpublicatie:
25-03-2024, Stb. 2024, 60 (uitgifte: 27-03-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-03-2024, Stb. 2024, 61 (uitgifte: 27-03-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de Wet seksuele misdrijven (20-03-2024, Stb. 59).
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Privacy / Bijzondere onderwerpen
1.
In afwijking van artikel 3 worden met betrekking tot de in het tweede lid genoemde overtredingen als justitiële gegevens aangemerkt de in de artikelen 6 en 7 vermelde gegevens van zaken waarvan het proces-verbaal door het openbaar ministerie in behandeling is genomen.
2.
De overtredingen, bedoeld in het eerste lid, zijn:
- a.
de overtredingen betreffende de algemene veiligheid van personen en goederen, genoemd in Titel I van het Derde Boek van het Wetboek van Strafrecht;
- b.
de overtredingen betreffende de openbare orde, genoemd in Titel II van het Derde Boek van het Wetboek van Strafrecht;
- c.
de overtredingen inzake fraude, bedoeld in de artikelen 447c en 447d van het Wetboek van Strafrecht;
- d.
de ambtsovertredingen, genoemd in Titel VIII van het Derde Boek van het Wetboek van Strafrecht;
- e.
de overtredingen van de Wet op de economische delicten;
- f.
de overtreding van artikel 30, eerste, tweede en vierde lid, juncto artikel 2 van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen;
- g.
- h.
de overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994;
- i.
de overtreding van artikel 107, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994;
- j.
de overtreding van artikel 110, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, voor zover de overtreding is gepleegd met een voertuig voor het besturen waarvan een rijbewijs is vereist;
- k.
de overtreding van artikel 5.6.8, eerste en tweede lid, Regeling voertuigen, indien de maximumconstructiesnelheid met meer dan 15 kilometer per uur is overschreden;
- l.
de overtreding van de artikelen 19, 20, aanhef en onder a en b, 21, aanhef en onder a en b, 22, aanhef en onder a, b, d, e, f en g en 62 juncto bord A1 of A3 van bijlage 1, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, voor zover voor de overtreding geen administratiefrechtelijke sanctie wordt opgelegd;
- m.
de overtreding van artikel 8.06, eerste lid, van het Binnenvaartpolitiereglement en artikel 5.01 Binnenvaartpolitiereglement juncto verkeersteken B6 of een bekendmaking met dezelfde strekking als een verkeersteken als bedoeld in artikel 13 Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer voorzover het betreft kleine schepen, elk indien de maximumsnelheid met meer dan vijfentwintig kilometer per uur is overschreden;
- n.
de overtredingen van de Vreemdelingenwet 2000;
- o.
de overtredingen van de Wet op de kansspelen;
- p.
de overtredingen van de Wet wapens en munitie;
- q.
de overtredingen van de Alcoholwet;
- r.
de overtredingen van de de[lees: de] artikelen 4.3, derde lid, en 5.1, tweede lid, onder g, van de Omgevingswet in samenhang met afdeling 11.2 van het Besluit activiteiten leefomgeving;
- s.
de overtredingen, bedoeld in artikel 35b, eerste lid, van de Scheepvaartverkeerswet;
- t.
de overtredingen van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens, voor zover het betreft:
- 1°
de overtreding van artikel 11, tweede lid;
- 2°
de overtredingen van artikel 42;
- 3°
de overtredingen van artikel 43, eerste en tweede lid;
- 4°
de overtredingen van artikel 43, derde lid, voor zover de overtreding betreft het rijden over de vluchtstrook of de luchthaven;
- 5°
de overtredingen van artikel 49, eerste en tweede lid;
- 6°
de overtreding van artikel 62 juncto artikel 73, sub b;
- 7°
de overtreding van artikel 82, eerste lid;
- 8°
de overtredingen van artikel 82a juncto artikel 41a, lid 1, onder a, sub 1 en 4, en
- 9°
de overtredingen van artikel 83;
- u.
de overtredingen van de Wegenverkeerswet 1990[lees: Wegenverkeerswet 1994], voor zover het betreft:
- 1°
de overtreding van artikel 12, en
- 2°
de overtredingen van artikel 160, eerste lid, voor zover het betrekking heeft op het niet stilhouden van een motorrijtuig op eerste vordering;
- v.
de overtredingen van artikel 3, eerste en tweede lid, en 12, derde lid, van de Wet ter Bescherming Koopvaardij.
3.
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op zaken die door de procureur-generaal bij de Hoge Raad in behandeling zijn genomen en waarvan de Hoge Raad ingevolge artikel 76 in eerste instantie en tevens in hoogste ressort kennis neemt.