Einde inhoudsopgave
Mediawet 2008
Artikel 2.5 [Raad van toezicht]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2021
- Bronpublicatie:
10-02-2021, Stb. 2021, 88 (uitgifte: 24-02-2021, kamerstukken: 35042)
- Inwerkingtreding
01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-02-2021, Stb. 2021, 90 (uitgifte: 24-02-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Media
Informatierecht / Reclame
1.
De raad van toezicht bestaat uit een voorzitter en ten hoogste zes andere leden die op voordracht van Onze Minister bij koninklijk besluit worden benoemd, geschorst en ontslagen.
2.
Bij een vacature stelt de raad van toezicht profielschetsen voor de vacature en voor de raad als geheel op waarover hij in ieder geval de raad van bestuur, het college van omroepen, de representatieve maatschappelijke adviesraad, bedoeld in artikel 2.10, tweede lid, onderdeel i, en de gezamenlijke ondernemingsraden van de NPO, de NOS, de NTR en de omroeporganisaties die een erkenning als bedoeld in artikel 2.23, eerste lid, hebben verkregen, in de gelegenheid stelt binnen een redelijke termijn zienswijzen te geven.
3.
Na betrekking van de zienswijzen stelt de raad van toezicht de profielschetsen vast en maakt deze openbaar.
4.
Voor de selectie van kandidaten stelt de raad van toezicht een onafhankelijke benoemingsadviescommissie in. De benoemingsadviescommissie adviseert de raad van toezicht.
5.
De raad van toezicht geeft een zwaarwegend advies aan Onze Minister voor de voordracht, bedoeld in het eerste lid.
6.
Het advies, bedoeld in het vijfde lid, is gemotiveerd, waarbij in elk geval wordt ingegaan op de geschiktheid, de profielschetsen, de positie van de kandidaat in het rooster van aftreden en de procedure die heeft geleid tot het advies.
7.
Onze Minister neemt het advies over, tenzij het in strijd is met:
- a.
deze wet;
- b.
eisen van zorgvuldigheid; of
- c.
andere zwaarwegende belangen.
8.
Indien Onze Minister het advies niet overneemt, verzoekt hij onder opgave van een schriftelijke motivering de raad van toezicht ervoor te zorgen dat tot een nieuw advies wordt gekomen en informeert hij de Tweede Kamer dat een advies niet is overgenomen en de grond hiervoor.
9.
Ten behoeve van de ondersteuning bij het opstellen van de profielschetsen door de raad van toezicht en de selectie van kandidaten door de benoemingsadviescommissie, schakelt de raad van toezicht een wervingsadviesbureau in.
10.
Voor een van de andere leden als bedoeld in het eerste lid kunnen de gezamenlijke ondernemingsraden van de NPO, de NOS, de NTR en de omroeporganisaties die een erkenning als bedoeld in artikel 2.23, eerste lid, hebben verkregen, personen voor benoeming aanbevelen aan de benoemingsadviescommissie.
11.
Benoeming geschiedt voor vijf jaar en herbenoeming voor een aansluitende periode is eenmaal mogelijk.