RvdW 2022/341
Art. 81 lid 1 RO. Onrechtmatige daad. Kort geding. Betekenis van Europese Verordening betreffende de overbrenging van afvalstoffen (EVOA) in privaatrechtelijke rechtsverhouding.
HR 25-03-2022, ECLI:NL:HR:2022:454
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
25 maart 2022
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, H.M. Wattendorff, S.J. Schaafsma, F.R. Salomons
- Zaaknummer
21/00185
- Conclusie
A-G mr. B.J. Drijber
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Milieurecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:454, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 25‑03‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:1193, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑12‑2021
Samenvatting
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 21/00185
Datum 25 maart 2022
ARREST
In de zaak van
SAGRO AANNEMINGSMAATSCHAPPIJ ZEELAND B.V.,gevestigd te 's-Heerenhoek, gemeente Borsele,
EISERES tot cassatie,
hierna: Sagro,
advocaat: D. Rijpma,
tegen
[verweerster] N.V.,gevestigd te [vestigingsplaats], België,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: [verweerster],
advocaat: R.T. Wiegerink.
Conclusie
Conclusie A-G mr. B.J. Drijber:
1. Feiten
1.1
In cassatie kan van de volgende feiten worden uitgegaan. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.