Einde inhoudsopgave
Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens
Artikel 11c
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2017
- Redactionele toelichting
Voorheen art. 11aa.
- Bronpublicatie:
24-10-2016, Stb. 2016, 407 (uitgifte: 02-11-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-03-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-02-2017, Stb. 2017, 66 (uitgifte: 27-02-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met art. XI van de wet van 17-11-2016, Stb. 476.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Privacy / Bijzondere onderwerpen
1.
Ten behoeve van de verantwoordelijkheid, bedoeld in de artikelen 2.1 en 2.4, tweede lid, van de Jeugdwet, kan Onze Minister aan een door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar of aan een door het college aangewezen en onder zijn verantwoordelijkheid werkzame functionaris justitiële gegevens als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel f, en artikel 7, eerste lid, onder j, onderdelen 5 en 6, verstrekken van personen ten aanzien van wie in het kader van een strafrechtelijke beslissing is bepaald dat zij in aanmerking komen voor een vorm van jeugdhulp of jeugdreclassering, als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet.
2.
Het college van burgemeester en wethouders treft maatregelen opdat de op grond van het eerste lid verstrekte justitiële gegevens uiterlijk twaalf maanden na de beëindiging van de tenuitvoerlegging van de in het eerste lid bedoelde strafrechtelijke beslissing worden vernietigd.