Gst. 2015/56
Onschuldpresumptie in Bibob-procedure. (Dordrecht)
ABRvS 18-03-2015, ECLI:NL:RVS:2015:818, m.nt. M.F.H. Hirsch Ballin en R.W. Veldhuis
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
18 maart 2015
- Magistraten
Mrs. H.G. Lubberdink, E. Steendijk en J.W. van de Gronden
- Zaaknummer
201400620/1/A3
- Noot
M.F.H. Hirsch Ballin en R.W. Veldhuis
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS921015:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2015:818, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 18‑03‑2015
- Wetingang
Essentie
Onschuldpresumptie in Bibob-procedure. (Dordrecht)
Samenvatting
De burgemeester van de gemeente Dordrecht heeft de door appellant aangevraagde exploitatievergunning terecht geweigerd, omdat sprake is van een ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3, eerste lid Wet Bibob. Ook het beroep op de onschuldpresumptie wordt door de Afdeling verworpen. Opvallend is daarbij dat de Afdeling eerst beoordeelt of sprake is van voldoende samenhang tussen een strafrechtelijke procedure en de Bibob-procedure om uitbreiding van de (strafrechtelijke) onschuldpresumptie te kunnen rechtvaardigen. De Afdeling komt tot het oordeel dat die voldoende samenhang ontbreekt. In het naschrift zullen wij deze op het eerste gezicht ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.