Rb. Haarlem, 01-10-2008, nr. 354484 CV EXPL 07-7043
ECLI:NL:RBHAA:2008:BG2077
- Instantie
Rechtbank Haarlem
- Datum
01-10-2008
- Zaaknummer
354484 CV EXPL 07-7043
- LJN
BG2077
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBHAA:2008:BG2077, Uitspraak, Rechtbank Haarlem, 01‑10‑2008; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
Uitspraak 01‑10‑2008
Inhoudsindicatie
Verhuur bedrijfsruimte op Schiphol in combinatie met een concessie-overeenkomst. Geschil betreft de vraag of een huurovereenkomst voor 5+5 jaren tot stand is gekomen of een huurovereenkomst van kortere duur, waarvoor toestemming door de kantonrechter is verleend. Kantonrechter draagt huurster bewijs op van de stelling dat een huurovereenkomst voor 5+5 jaren is overeengekomen.
Partij(en)
RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 354484/CV EXPL 07-7043
datum uitspraak: 1 oktober 2008
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
de besloten vennootschap YAM YAM TO GO B.V.
te Zoetermeer
eisende partij in conventie
verwerende partij in reconventie
hierna te noemen Yam Yam
gemachtigde voorheen J. West, thans mr. E.J. Eijsberg
tegen
de besloten vennootschap SCHIPHOL NEDERLAND B.V.
te Luchthaven Schiphol, gemeente Haarlemmermeer
gedaagde partij in conventie
eisende partij in reconventie
hierna te noemen Schiphol Nederland
gemachtigde mr. C.S. Leunissen
In conventie en in reconventie
De procedure
Voor de loop van het geding verwijst de kantonrechter naar de volgende stuk¬ken:
- -
de dagvaarding van 1 augustus 2007, met producties,
- -
de conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie, met producties,
- -
het door de kantonrechter tussen partijen gewe¬zen en op 24 oktober 2007 uitgesproken tussenvonnis,
- -
de akte overlegging aanvullende producties van Schiphol Nederland,
- -
de conclusie van repliek in conventie, tevens conclusie van antwoord in reconventie, houdende aanvulling/wijziging van eis in conventie, met producties,
- -
de conclusie van dupliek in conventie, tevens conclusie van repliek in reconventie,
- -
de conclusie van dupliek in reconventie.
De feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende betwist en/of op grond van de onweerspro¬ken inhoud van de overgelegde producties, staat tussen partij¬en het volgende vast:
- a.
Partijen hebben eind december 2004 met elkaar gesproken over een concessie- en huurovereenkomst. Die besprekingen werden voor Yam Yam gevoerd door haar directeur [XXX] (hierna: [XXX]) en voor Schiphol Nederland door haar Productmanager Horeca [YYY] (hierna: [YYY]).
- b.
Bij brief van 15 februari 2005 heeft Schiphol Nederland onder meer het volgende aan Yam Yam geschreven:
“Naar aanleiding van de gesprekken met de heer [YYY] en mevrouw [ZZZ] en uw schrijven d.d. 25 december 2004, kan ik hierbij bevestigen dat het onze intentie is een Yam Yam vestiging op Schiphol Plaza te accommoderen. Hieronder volgen de uitgangspunten die wij hierbij hanteren:
(…)
• Een concessie percentage van 30% over de omzet is door Yam Yam verschuldigd per kalendermaand.
• Een concessie overeenkomst en een huurovereenkomst voor bepaalde tijd, zodat de ruimte op 1 juli 2007 functievrij opgeleverd kan worden
(…)
In de komende periode willen wij met u de details van onze overeenkomsten uitwerken en een tijdspad voor de realisatie vaststellen. Een voorbeeld concessie overeenkomst is u al overhandigd, wij zullen u ook een kopie van de standaard huurovereenkomst met bijlagen doen toekomen.
(…)”
- c.
De onder b. genoemde brief van Schiphol Nederland is door Yam Yam voor akkoord ondertekend.
- d.
Met een e-mailbericht van 1 maart 2005 heeft Schiphol Nederland aan Yam Yam een voorbeeld huurcontract gestuurd “zoals dat van toepassing is op Schiphol Plaza”. Dit voorbeeld huurcontract gaat uit van een huurperiode van 5 jaar en een voortzetting met wederom 5 jaar.
- e.
Partijen hebben voor de periode van 1 juni 2005 tot en met 30 juni 2007 een concessieovereenkomst gesloten. Daarbij zijn partijen met betrekking tot de tijdsduur onder meer het volgende overgekomen: “De ruimte dient uiterlijk op 1 juli 2007 functievrij te zijn opgeleverd. De Concessie overeenkomst zal, na expiratie van de tijdsduur waarvoor zij is aangegaan, nimmer kunnen worden geacht stilzwijgend te zijn verlengd.”
- f.
Met betrekking tot de door Yam Yam te betalen concessievergoeding bepaalt de concessieovereenkomst het volgende:
“Ter zake van de verleende Concessie is de Concessionaris aan SNBV over de uit de exploitatie verkregen bruto-omzet per jaar, exclusief BTW, de volgende Concessievergoeding verschuldigd (…): 30% over de omzet.
(…)
Verstrekking van gegevens
De Concessionaris zal SNBV binnen zeven (7) dagen na afloop van elke kalendermaand de volgende op de exploitatie van de Concessie betrekking hebben gegevens verstrekken:
- *
bruto omzet
(…)”
- g.
Partijen hebben op 19 mei 2005 gezamenlijk aan de kantonrechter te Haarlem toestemming verzocht ex artikel 7:291 BW met betrekking tot een huurovereenkomst die onlosmakelijk verbonden was met de tussen partijen op 1 mei 2005 gesloten concessieovereenkomst.
- h.
De afwijkende bepaling waarvoor toestemming werd verzocht luidde als volgt:
“Deze huurovereenkomst is onlosmakelijk verbonden met de op 1 mei 2005 tussen partijen gesloten concessie-overeenkomst. De huurovereenkomst eindigt indien en zodra de hier bedoelde concessie-overeenkomst eindigt.”
- i.
Partijen hebben op 19 mei 2005, onder de opschortende voorwaarde dat de kantonrechter conform het daartoe bepaalde in artikel 7:291 BW de bepaling in de huurovereenkomst zou goedkeuren, een “Huurovereenkomst winkelruimte”gesloten op grond waarvan Schiphol Nederland aan Yam Yam verhuurt de winkel/horecaruimte, gelegen in het Terminalcomplex Schiphol, aangeduid als Plaza, ruimtenummer R306, stramiennummer 156, oppervlakte 41,4 m² vvo.
- j.
Van de huurovereenkomst tussen partijen maken de “Algemene Bepalingen Huurovereenkomst Winkelruimte” en andere bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:290 BW deel uit.
- k.
Het schriftelijke huurcontract bevat de volgende bepaling:
“Deze overeenkomst is aangegaan voor de duur van 2 (twee) jaar en 2 (twee) maanden, ingaande op 1 mei 2005 en lopende tot en met 30 juni 2007.
(…)
Deze huurovereenkomst is onlosmakelijk verbonden met de op 1 mei 2005 tussen partijen gesloten concessie-overeenkomst. De huurovereenkomst eindigt indien en zodra de hier bedoelde concessie-overeenkomst eindigt.”
- l.
De kantonrechter te Haarlem heeft op 7 juni 2005 de verzochte toestemming verleend.
- m.
Yam Yam heeft de gehuurde ruimte op 28 augustus 2007 ontruimd.
In conventie
De vordering
Yam Yam vordert, na wijziging van haar eis, dat de kantonrechter bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
- 1.
primair: voor recht zal verklaren dat met ingang van 1 juni 2005 tussen partijen een huurovereenkomst en een concessieovereenkomst vigeren, welke zijn ondertekend door beide partijen op 19 mei 2005, met dien verstande dat voor zover bepalingen van dit samenstel van overeenkomsten afwijken van de bepalingen van de artikelen 7:291 tot en met 7:300 BW deze bepalingen voor niet geschreven moeten worden gehouden;
subsidiair: voor recht zal verklaren dat er tussen Schiphol Nederland en Yam Yam een huurovereenkomst en concessieovereenkomst vigeren voor de duur van 5+5 jaar, beide ingaande per 1 mei 2005;
meer subsidiair: voor recht zal verklaren dat per 1 juli 2007 aangaande de Yam Yam To Go winkel op Schiphol Plaza tussen Schiphol Nederland en Glendale Group vigeren (al dan niet door een in de plaats stelling ex artikel 7:307 BW) de huurovereenkomst en concessieovereenkomst voor de duur van 5+5 jaren beide ingaande per 1 mei 2005.
- 2.
Schiphol Nederland zal gebieden tot stipte nakoming van de in sub 1 omschreven huurovereenkomst.
- 3.
Schiphol Nederland zal veroordelen aan Yam Yam te betalen bij wege van een dwangsom een bedrag van €5.000,00 voor iedere dag en iedere keer dat Schiphol Nederland niet stipt aan het onder 2 omschreven gebod voldoet.
- 4.
Schiphol Nederland zal veroordelen tot betaling van schadevergoeding vanaf 1 juli 2007 tot het moment dat zij haar huurafspraken en overige verplichtingen jegens Yam Yam en/of Glendale Group nakomt, doch maximaal eindigend per 1 juni 2015, wegens niet-nakoming, welke schadevergoeding de kantonrechter in goede justitie moge vaststellen of nader zal worden opgemaakt bij staat.
- 5.
Voor recht zal verklaren dat het aantal door Yam Yam gehuurde vierkante meters 27,5 m² bedroeg, zodat het verschil met de door Schiphol Nederland berekende en door Yam Yam betaalde bedragen ad €6.715,00, te vermeerderen met omzetbelasting, dient te worden terugbetaald door Schiphol Nederland aan Yam Yam, vermeerderd met de wettelijke (handels)rente en buitengerechtelijke incassokosten.
- 6.
Voor recht zal verklaren dat vanaf september 2006 -d.w.z. het moment dat de voorwaarde van de heer [YYY] om een hogere concessievergoeding te vragen dan de reguliere 18-20% door het faillissement van de leverancier van Yam Yam kwam te vervallen- de concessievergoeding 18% dan wel 20% was, zodat het verschil met de door Schiphol Nederland berekende 30% (minimaal €99.193,20) door Schiphol Nederland aan Yam Yam dient te worden terugbetaald, vermeerderd met de wettelijke (handels)rente en buitengerechtelijke kosten.
- 7.
Schiphol Nederland zal veroordelen in de proceskosten.
Yam Yam heeft het volgende -samengevat- aan haar vordering ten grond¬slag gelegd:
De huurovereenkomst en concessieovereenkomst
Tijdens een bespreking in het kantoor van [YYY], heeft deze aan Yam Yam namens Schiphol Nederland uiteengezet dat Yam Yam twee overeenkomsten zou krijgen, te weten:
- -
een standaard (ROZ) huurovereenkomst voor ‘290 – bedrijfsruimte’ voor de duur van 5 jaar met een verlengingsperiode van 5 jaar, en
- -
een ‘concessieovereenkomst’ met een zelfde duur als de huurovereenkomst.
Volgens [YYY] moest daarbij rekening worden gehouden met het gegeven dat de Nederlandse Spoorwegen (hierna: NS) een optie had op het betreffende deel van
Schiphol-Plaza, welke optie per 1 juli 2007 uitgeoefend kon worden.
Aan Yam Yam is uitdrukkelijk toegezegd dat zij conform de toegezegde reguliere huurtermijn (5 plus 5 jaar) op Schiphol-Plaza zou kunnen blijven huren, desnoods in een andere gelijkwaardige huurruimte ter plaatse.
Als bijlage bij een e-mail bericht van 1 maart 2005 ontving Yam Yam van Schiphol Nederland de eerder toegezegde en overeengekomen huurovereenkomst met een duur van 5 plus 5 jaar.
In de periode na 1 maart 2005 is de mondeling toegezegde en overeengekomen huurperiode van 5 plus 5 jaar steeds door Schiphol Nederland bevestigd.
Omstreeks eind april/begin mei 2005 verkreeg Yam Yam van Schiphol Nederland toegang tot het gehuurde.
Aantoonbaar is dat aan Yam Yam een reguliere huurovereenkomst is aangeboden en dat deze is aanvaard. Het is ook een aantoonbaar feit dat Schiphol Nederland Yam Yam heeft voorgehouden dat de kans dat de NS de optie zou inroepen zeer gering was en dat de later voorgelegde looptijd van twee jaar en twee maanden slechts diende om dat theoretische geval af te dekken.
Uit de door Yam Yam overgelegde producties blijkt:
- -
dat met ([YYY] van) Schiphol Nederland mondeling een huurovereenkomst van 5+5 jaar is afgesproken,
- -
dat [YYY] alleen nog een oplossing nodig had voor de optie van NS per 1 juli 2007, en
- -
dat daartoe en daarnaast een voorwaardelijke huurovereenkomst tot 1 juli 2007 op papier is gezet.
Het moge echter duidelijk zijn dat dit niets afdeed aan de overeengekomen termijn van 5+5 jaar en dat Yam Yam in het voorkomende geval dat de optie zou worden uitgeoefend een andere, gelijkwaardige huurruimte zou krijgen voor de restantduur van de huurovereenkomst.
Yam Yam is door Schiphol Nederland verplicht om haar exploitatie op Schiphol per ultimo juli 2007 over te dragen aan één van de drie door [YYY] voorgedragen partijen (Glendale Group, HMSHost of SSP).
De overname door de Glendale Group
In een gesprek van 4 december 2006 is Yam Yam door Schiphol Nederland verplicht om haar exploitatie per ultimo juli 2007 over te dragen aan een van de drie door Schiphol Nederland voorgedragen partijen.
Tussen Yam Yam en de Glendale Group (hierna: Glendale) is op 12 december 2006 overeenstemming bereikt over een overname van de winkel van Yam Yam op Schiphol.
Schiphol Nederland is van deze overeenstemming, binnen twee weken (in de week van 11 tot en met 15 december 2006) meermalen op de hoogte gesteld door de directeur van de Glendale Group, de heer [AAA] (hierna: [AAA]).
Teveel betaalde huur en servicekosten
Uit de door Schiphol Nederland aan Yam Yam voorgelegde huurovereenkomst blijkt dat de gehuurde ruimte 41,4 m² zou omvatten, terwijl dit in werkelijkheid maximaal 27,5 m² effectief bruikbare ruimte bedraagt.
Jaarlijks dient €127,00 huur en €110,00 servicekosten per m² te worden betaald. Yam Yam heeft over de periode tot 1 juli 2007 in totaal €6.715,00, te vermeerderen met omzetbelasting, te veel betaald.
De concessievergoeding
Ook ten aanzien van de concessieovereenkomst komt Schiphol Nederland haar afspraken niet na.
Hoewel de door Schiphol Nederland gehanteerde concessievergoeding 18% à 20% van de omzet bedroeg, wilde Schiphol Nederland een concessievergoeding van 30%. Yam Yam had destijds banden met de fabrikant van de door haar verkochte producten, waardoor zij een lagere inkoopprijs c.q. kostprijs had.
Per mei/juni 2006 zijn de banden met die fabrikant verbroken en kon Yam Yam niet langer tegen de veronderstelde lage inkoopprijs inkopen, zodat het aan Schiphol Nederland was om de concessievergoeding naar beneden bij te stellen tot de reguliere 18% à 20%.
Yam Yam heeft over een periode van ruim een jaar €94.681,34 te veel aan concessievergoeding betaald.
De schadevergoeding
Door de onrechtmatige handelwijze van Schiphol Nederland heeft Yam Yam aanzienlijke schade geleden. Yam Yam had op basis van de afspraken met Schiphol Nederland tot juni 2015 haar winkel kunnen exploiteren. Bovendien heeft Yam Yam op grond van de 5+5 huurperiode geïnvesteerd in de verbouwing, haar organisatie en personeel in dienst genomen.
Alleen al de omzetschade, berekend over de gemiste periode vanaf 1 juli 2007 tot 1 juni 2015, bedraagt ongeveer 7 à 8 miljoen euro.
Het verweer
Schiphol Nederland heeft de vordering gemotiveerd weersproken en daartoe, voor zover relevant, het volgende aangevoerd:
De huurovereenkomst en concessieovereenkomst
Schiphol Nederland heeft ervoor gekozen met Yam Yam te contracteren voor een korte periode omdatYam Yam een startende onderneming was.
Tussen Schiphol Nederland en Yam Yam is nooit gesproken over een contractduur van vijf plus vijf jaar. Een dergelijke duur is in de stukken ook niet terug te vinden. In de brief van 15 februari 2005 wordt expliciet vermeld dat er een overeenkomst voor bepaalde tijd zou worden gesloten en dat de ruimte op 30 juni 2007 functievrij diende te worden opgeleverd.
De stelling dat Yam Yam uit de ontvangst van het voorbeeldcontract mocht afleiden dat zij overeenkomsten voor vijf plus vijf jaar met Schiphol Nederland zou aangaan, houdt geen stand.
Schiphol Nederland en Yam Yam hebben gezamenlijk de rechter verzocht de afwijkende termijn van 2 jaar en 2 maanden goed te keuren. De kantonrechter heeft hiervoor machtiging verleend. De beide overeenkomsten zijn derhalve op 30 juni 2007 van rechtswege geëindigd. Zowel de concessieovereenkomst als de huurovereenkomst biedt geen verlengingsmogelijkheid.
De overname door de Glendale Group
Om Yam Yam te helpen heeft [YYY] aan Yam Yam de suggestie gedaan om eens met één of meer van de gevestigde horeca-exploitanten te gaan praten. Afspraken hierover zijn door [YYY] vastgelegd in een e-mail van 8 december 2006.
Yam Yam heeft de afspraken nooit bevestigd. Bovendien heeft Schiphol Nederland het voorstel niet voor en ook niet na 5 februari 2007 ontvangen.
Schiphol Nederland betwist dat [AAA] van Glendale in december 2006 aan Schiphol Nederland zou hebben medegedeeld dat Glendale met Yam Yam een overnameovereenkomst had gesloten. Schiphol Nederland had bovendien geen enkele verplichting om met Glendale een overeenkomst aan te gaan.
[YYY] heeft Yam Yam niet verplicht haar exploitatie over te dragen.
Teveel betaalde huur en servicekosten
De berekening die Yam Yam maakt, is een berekening van het functioneel nuttig oppervlak in plaats van het verhuurbaar vloeroppervlak. In artikel 1.1 van de huurovereenkomst is het verhuurbaar vloeroppervlak vermeld en dit bedraagt 41,4 m².
De concessievergoeding
Schiphol Nederland betwist dat de hoogte van de concessievergoeding te maken had met het feit dat Yam Yam nauwe banden had met haar leverancier. [YYY] was ervan op de hoogte dat Yam Yam haar produkten ook op het North Sea Jazz Festival verkocht en dat daar een concessiepercentage van ongeveer 30% gold. [YYY] heeft Yam Yam gevraagd of dat concessiepercentage haalbaar was voor Yam Yam, hetgeen zij bevestigde. Op basis daarvan is tussen partijen een concessiepercentage van 30% overeengekomen.
Partijen zijn niet overeengekomen dat de consessievergoeding naar benden zou worden bijgesteld als Yam Yam haar produkten van een andere leverancier zou afnemen.
De concessievergoeding is gebaseerd op de gerealiseerde omzetten. In de concessieovereenkomst met Yam Yam is afgesproken dat Yam Yam 30% over de omzet aan Schiphol Nederland dient af te dragen. Yam Yam dient de omzetten op de in de concessieovereenkomst overeengekomen data aan Schiphol Nederland door te geven.
Yam Yam verzuimde keer op keer de omzetcijfers tijdig aan Schiphol Nederland door te geven. Ook werd de concessievergoeding stelselmatig te laat voldaan.
De schadevergoeding
Schiphol Nederland betwist dat zij onrechtmatig jegens Yam Yam heeft gehandeld. Schiphol Nederland heeft met Yam Yam eenduidige contractuele afspraken gemaakt en Schiphol Nederland heeft die contracten -in tegenstelling tot Yam Yam- nageleefd. Er zijn tussen partijen geen andere afspraken gemaakt dan hetgeen is vastgelegd in de brief van 15 februari 2005, de huurovereenkomst en de concessieovereenkomst.
In reconventie:
De vordering
Schiphol Nederland vordert dat de kantonrechter bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, Yam Yam zal veroordelen:
- I.
tot betaling van (naar de kantonrechter begrijpt:) €36.585,59, te vermeerderen met omzetbelasting, zijnde de concessievergoeding verschuldigd over de maand juni 2007 en te vermeerderen met de contractuele boeterente van 1% per maand vanaf
6 augustus 2007 tot aan de dag der algehele voldoening;
- II.
tot betaling van een bedrag van €71.336,00 te vermeerderen met omzetbelasting, zijnde de vergoeding verschuldigd over de maanden juli en augustus 2007, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 7 augustus 2007, respectievelijk 7 september 2007 tot aan de dag der algehele voldoening, althans tot betaling van een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag;
één en ander met veroordeling van Yam Yam in de proceskosten.
Schiphol Nederland heeft het volgende aan haar vordering ten grond¬slag gelegd:
Ondanks herhaalde aanmaningen heeft Yam Yam voor de maand juni 2007 de concessievergoeding ten bedrage van €36.585,59 exclusief omzetbelasting, niet voldaan.
De ontruiming heeft plaatsgevonden op 28 augustus 2007. Over de maanden juli en augustus 2007, waarin Yam Yam de ruimte zonder recht of titel gebruikte, heeft Yam Yam na herhaalde aanmaningen nog geen opgave van de omzetcijfers verstrekt.
Aangezien Yam Yam weigert de omzetcijfers over de maanden juli en augustus 2007 te verstrekken, zal er een schatting moeten worden gemaakt van de gerealiseerde omzet. Schiphol Nederland heeft een schatting gemaakt op basis van de omzet van de voorgaande jaren en het eerste half jaar van 2007. Schiphol Nederland komt dan tot een gemiddelde maandelijkse concessievergoeding van €35.668,00.
Het verweer
Yam Yam heeft de vordering gemotiveerd weersproken. Op het verweer zal, voor zover relevant, bij de beoordeling van het geschil nader worden ingegaan.
De beoordeling van het geschil
In conventie
De huurovereenkomst en concessieovereenkomst
1. De vorderingen onder 1. tot en met 4. stellen de vraag aan de orde of tussen partijen een huurovereenkomst voor de duur van 5 jaren en 5 optiejaren tot stand is gekomen, zoals door Yam Yam is gesteld en door Schiphol Nederland gemotiveerd is weersproken.
Of daar inderdaad sprake van is, wordt niet slechts bepaald door de tekst van de bovengenoemde stukken, maar ook door hetgeen par¬tij¬en bij het tot stand komen van de overeenkomst jegens elkaar hebben ver¬klaard en uit elkaars verklaringen en gedragin¬gen, overeen¬komstig de zin die zij daaraan in de gegeven omstandigheden redelijkerwij¬ze mochten toekennen, hebben afgeleid.
2. Dit brengt met zich dat beoordeeld moet worden of Yam Yam er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat een huurovereenkomst als door haar bedoeld tot stand is gekomen in weerwil van de door haar ondertekende contracten en het mede door haar ondertekende verzoek om toestemming aan de kantonrechter.
3. Yam Yam heeft zich voor haar stelling beroepen op schriftelijke verklaringen van [XXX] en haar toenmalige juridisch adviseur mr. R.J.H. Kijne. Beiden zijn aanwezig geweest bij gesprekken met [YYY] van Schiphol Nederland.
4. Voorts heeft Yam Yam zich erop beroepen dat haar een voorbeeld huurcontract is gezonden met daarin een huur periode van 5 jaren en verlenging met vijf jaren.
5. Als verklaring voor het feit dat zij niettemin de contracten voor beperktere duur heeft ondertekend, heeft Yam Yam naar voren doen brengen dat haar is voorgehouden dat die contracten slechts bedoeld waren voor het geval de NS gebruik zouden maken van een haar verleende optie per 1 juli 2007.
6. Wat Yam Yam aldus heeft gesteld ter onderbouwing van haar stelling dat, in afwijking van het schriftelijke contract, een huurovereenkomst van 5 plus 5 jaren tot stand is gekomen zou, indien één en ander komt vast te staan, tot de conclusie kunnen leiden dat tussen partijen een huurcontract geldt van 5 plus 5 jaren.
- 7.
Schiphol Nederland heeft de stellingen van Yam Yam gemotiveerd weersproken. Yam Yam beroept zich op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten. Nu uit enige bijzondere regel of uit de eisen van redelijkheid of billijkheid geen andere verdeling van de bewijslast voortvloeit, draagt Yam Yam op grond van het bepaalde bij artikel 150 Rv de bewijslast van die feiten.
- 8.
Indien Yam Yam slaagt in het bewijs van haar stellingen, dan heeft te gelden dat de onder 2. en 3. geformuleerde vorderingen niet voor toewijzing in aanmerking kunnen komen. Tussen partijen staat immers vast dat de door Yam Yam gehuurde ruimte inmiddels is ontruimd en door Schiphol Nederland aan een derde is verhuurd. Het geschil tussen partijen zal daarom in dat geval moeten worden beëindigd door het aan Yam Yam ten laste van Schiphol Nederland toekennen van een schadevergoeding, die onder 4. wordt gevorderd.
De overname door de Glendale Group
- 9.
Ook wat dit onderdeel van de vorderingen betreft worden de stellingen van Yam Yam door Schiphol Nederland gemotiveerd weersproken.
- 10.
Yam Yam beroept zich op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten. Nu uit enige bijzondere regel of uit de eisen van redelijkheid of billijkheid geen andere verdeling van de bewijslast voortvloeit, draagt Yam Yam op grond van het bepaalde bij artikel 150 Rv de bewijslast van die feiten.
- 11.
Yam Yam beroept zich op de schriftelijke verklaring van [AAA] van Glendale. Uit die verklaring blijkt dat Glendale met Yam Yam gesprekken over de overname heeft gevoerd, dat Yam Yam één en ander afhankelijk stelde van de afloop van besprekingen met (een) andere horecaonderneming(en) en dat [AAA], nadat duidelijk was geworden dat een andere gegadigde had afgehaakt, op 24 april 2007 aan [YYY] heeft bevestigd dat de zaak met Yam Yam rond was en dat er nog slechts enkele details te regelen waren.
- 12.
Nu door Yam Yam niet is weersproken dat zij voor 5 februari 2007 bericht had moeten geven aan Schiphol Nederland, kan de verklaring van [AAA] er niet toe leiden dat Schiphol Nederland gebonden was aan een eventuele overname door Glendale. De berichtgeving aan Schiphol Nederland is daarvoor te laat geweest, zodat het haar vrij stond met (een) andere gegadigde(n) te onderhandelen en uiteindelijk in zee te gaan.
- 13.
Door Yam Yam is onvoldoende ander concreet bewijs van haar stelling aangeboden, zodat de kantonrechter geen gronden aanwezig acht haar tot bewijslevering toe te laten.
- 14.
Dit leidt ertoe dat dit onderdeel van de vorderingen van Yam Yam zal moeten worden afgewezen.
Teveel betaalde huur en servicekosten
- 15.
Dit onderdeel van de vorderingen van Yam Yam is erop gebaseerd dat feitelijk minder vierkante meters zouden zijn verhuurd dan in het contract is vermeld.
- 16.
Uit het huurcontract blijkt dat op basis van “vvo”, dat wil zeggen: “verhuurbaar vloeroppervlak” is verhuurd.
- 17.
Yam Yam gaat echter uit van effectieve, bruikbare oppervlakte. In het licht van de bewoordingen van het contract is dat een onjuist uitgangspunt. Door Yam Yam zijn onvoldoende feiten en/of omstandigheden gesteld op grond waarvan de conclusie gerechtvaardigd zou zijn dat uit wat par¬tij¬en bij het tot stand komen van de overeenkomst jegens elkaar hebben ver¬klaard en uit elkaars verklaringen en gedragin¬gen, overeen¬komstig de zin die zij daaraan in de gegeven omstandigheden redelijkerwij¬ze mochten toekennen, Yam Yam mocht afleiden dat sprake was van verhuur van de door haar gestelde oppervlakte.
- 18.
Yam Yam heeft voorts een onvoldoende gemotiveerd bewijsaanbod gedaan. Daarom acht de kantonrechter geen gronden aanwezig om Yam Yam tot bewijslevering toe te laten.
- 19.
Ook dit onderdeel van de vorderingen zal daarom moeten worden afgewezen.
De concessievergoeding
- 20.
Ter onderbouwing van haar stellingen heeft Yam Yam zich beroepen op de schriftelijke verklaring van [XXX], waarin deze zegt dat [YYY] hem geeft medegedeeld dat de concessievergoeding voor Yam Yam hoger zou zijn dan 18-20%, omdat Yam Yam nauwe banden had met de producent van de basis producten, dat Yam Yam deze prijsgunstig kon inkopen en dat Schiphol Nederland daarom de concessievergoeding van gemiddeld 18-20% naar 30% verhoogde.
- 21.
Daargelaten de juistheid van die stelling, die immers door Schiphol Nederland gemotiveerd wordt weersproken, heeft Yam Yam niet gesteld dat ook is overeengekomen dat de concessievergoeding weer zou worden verlaagd als de gestelde nauwe band met de leverancier van de maaltijden zou worden verbroken. Indien Yam Yam dit had gewenst, dan had het op haar weg gelegen daarover een bepaling in de overeenkomst te doen opnemen en/of ter zake een voorbehoud te maken. In ieder geval zou de gestelde verbreking van die relatie met de leverancier aanleiding kunnen zijn om opnieuw over de vergoeding te onderhandelen. De enkel door Yam Yam gestelde redelijkheid brengt niet per sé met zich dat de vergoeding naar beneden zou moeten worden bijgesteld.
- 22.
Nu de verklaring van [XXX] door niets anders wordt gesteund en door Yam Yam op geen andere wijze concreet bewijs is aangeboden van haar onderhavige stelling, kan zij niet tot bewijslevering worden toegelaten.
- 23.
Ook dit onderdeel van de vorderingen zal daarom moeten worden afgewezen.
De schadevergoeding
- 24.
In afwachting van de uitkomst van de bewijslevering door Yam Yam zal de kantonrechter iedere beslissing over deze vordering aanhouden.
Tussenstand
- 25.
De vorderingen onder 2., 3., 5. en 6. zullen worden afgewezen.
- 26.
Op grond van wat hiervoor is overwogen zal de kantonrechter, alvorens verder te beslissen, Yam Yam tot bewijslevering toelaten met betrekking tot de vorderingen onder 1. en 4.
- 27.
De zaak zal naar de rol worden verwezen voor het opgeven van verhinderdata van beide partijen en getuigen in de maanden november en december 2008 en januari 2009.
In reconventie
- 28.
Met betrekking tot de over de maand juni 2007 gevorderde concessievergoeding heeft Yam Yam aangevoerd dat de vordering van Schiphol Nederland is gebaseerd op een vergoeding van 30%, terwijl dit na september 2006 18% of 20% moest zijn.
- 29.
Uit de overwegingen en beslissing in conventie met betrekking tot de concessievergoeding vloeit voort dat dit standpunt van Yam Yam moet worden verworpen.
- 30.
Naar het oordeel van de kantonrechter kan de vraag of Yam Yam over de maanden juli en augustus 2007 een concessievergoeding aan Schiphol Nederland is verschuldigd, eerst dan beantwoord worden wanneer duidelijkheid is verkregen over de werkelijke duur van de huurovereenkomst, waarvoor in conventie bewijslevering noodzakelijk is.
- 31.
Daarom zal de kantonrechter iedere verdere beslissing in reconventie aanhouden totdat in conventie nader zal worden beslist.
Beslissing
De kantonrechter:
In conventie:
Laat Yam Yam toe te bewijzen dat tussen partijen een huurovereenkomst voor de duur van vijf jaren met de mogelijkheid van verlenging tot stand is gekomen.
Verwijst de zaak naar de rolzitting van:
WOENSDAG 29 OKTOBER 2008
voor uitlating omtrent de wijze van bewijslevering door Yam Yam, alsmede opgave van verhinderdata van beide partijen en de eventueel te horen getuigen in de maanden november en december 2008 en januari 2009.
Bepaalt dat ter rolle geen uitstel zal worden verleend.
Bepaalt dat, indien Yam Yam aangeeft getuigen voor te willen brengen, op diezelfde rolzitting een datum voor een buitengewone zitting voor de bewijslevering zal worden vastgesteld, welke zitting zal plaatsvinden in het gerechtsgebouw aan de Jansstraat 46 te Haarlem.
Bepaalt dat Yam Yam uiterlijk één week voor de datum van het getuigenverhoor aan de kantonrechter en de tegenpartij dient op te geven hoeveel getuigen zullen worden voorge¬bracht, onder gelijktijdige opgave van de namen van de getuigen.
Deelt partijen mede dat verzoeken om uitstel van de behan¬deling ter terechtzitting in beginsel alleen in behande¬ling worden genomen, als door verzoeker het stand¬punt van de tegenpartij bekend wordt gemaakt en de ver¬hinderdata van beide partijen, hun eventuele gemachtigden en de getuigen worden opgegeven. Deze verzoeken dienen minimaal twee weken voor de vastgestelde zittingsdatum op de griffie te zijn ingediend.
In conventie en in reconventie
Houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.J.P. Veenhof en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.