NJB 2022/1845:Oude zakelijke visrechten. Rond 1400 heeft de hertog van Gelre heerlijkheden met visrechten in leen verstrekt. Partijen strijden over de vraag aan wie de visrechten in een bepaald gebied toekomen. Hoge Raad: 1. Watervaste visrechten. Omdat de Waal, als openbaar water, niet tot het grondgebied van een leen behoort, staat de omstandigheid dat de bedding van de Waal in de zestiende eeuw binnen de grenzen van de heerlijkheid Gendt kwam te liggen en niet meer grensde aan de heerlijkheid Ooij, niet eraan in de weg dat de visrechten van de heer van Ooij op de zuidelijke helft van de Waal, wegens hun watervaste karakter, meeverhuisden met de bedding van de Waal. 2. Uitgifte van visrechten. Het hof heeft niet miskend dat het antwoord op de vraag aan wie het recht om te vissen op openbaar water toekomt, wordt beheerst door het antwoord op de vraag aan wie het openbaar gezag (de landsheer) dit recht heeft uitgegeven.