NJB 2014/265:Bedrieglijke bankbreuk art. 343 Sr: ontoereikende motivering dat de verdachte heeft gehandeld ‘ter bedrieglijke verkorting van de rechten der schuldeisers’ nu het niet of onvoldoende voeren van een administratie niet zonder meer de aanmerkelijke kans op verkorting van de rechten van schuldeisers doet ontstaan en ’s hofs overwegingen voorts de mogelijkheid openlaten dat de verdachte – indien van een dergelijke aanmerkelijke kans sprake zou zijn geweest – zich van die aanmerkelijke kans niet bewust is geweest