Hof 's-Hertogenbosch, 05-12-2019, nr. 20-003040-17
ECLI:NL:GHSHE:2019:4586
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
05-12-2019
- Zaaknummer
20-003040-17
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHSHE:2019:4586, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 05‑12‑2019; (Hoger beroep, Op tegenspraak)
Cassatie: ECLI:NL:HR:2021:894
- Wetingang
- Vindplaatsen
Uitspraak 05‑12‑2019
Inhoudsindicatie
Onderzoek Kapel. Het hof veroordeelt verdachte voor medeplichtigheid aan/tot medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A Opiumwet gegeven verbod. De medeplichtigheid van de verdachte bestond uit het leveren van een faciliterende en actieve bijdrage, te weten het maken van een opbergruimte in het dashboardkastje van een auto. Door de door verdachte verrichte handelingen heeft het misdrijf – te weten het buiten grondgebied van Nederland brengen van een verboden middel als bedoeld in lijst I – kunnen plaatsvinden. Het hof legt aan verdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf op voor de duur van 2 maanden en een taakstraf voor de duur van 80 uren.
Parketnummer : 20-003040-17
Uitspraak : 5 december 2019
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 18 september 2017 in de strafzaak met parketnummer 02-665161-15 tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
wonende te [woonadres] .
Hoger beroep
De officier van justitie heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het beroepen vonnis zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, de verdachte ter zake van het primair tenlastegelegde zal veroordelen tot een taakstraf voor de duur van 80 uren, subsidiair 40 dagen hechtenis.
De verdediging heeft integrale vrijspraak bepleit.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat het niet te verenigen is met de hierna te geven beslissing.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of een of meer ander(en) op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 5 februari 2013 tot en met 9 maart 2013 te Sprundel, gemeente Rucphen en/of te St Willebrord, gemeente Rucphen en/of te Tilburg en/of te "s-Gravenhage, althans in Nederland en/of in Duitsland en/of in Turkije, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft/hebben gebracht, althans opzettelijk heeft/hebben verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad, ongeveer 21.000 (XTC-)pillen / 4,3 kg (XTC) pillen (bruto), in elk geval een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA en/of tenamfetamine (MDA) en/of N-ethyl-MDA (MDEA), zijnde MDMA en/of tenamfetamine (MDA) en/of N-ethyl-MDA (MDEA) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende een middel vermeld op lijst I bij de Opiumwet, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 9 februari 2013 tot en met 5 maart 2013 te Tilburg, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door een geheime bergplaats, althans een (extra) (opberg)ruimte te maken in het dashboard en/of handschoenencompartiment van de auto (Ford C-Max kenteken [kenteken] ) waarmee/waarin die pillen (naar Turkije) zouden worden vervoerd en/of zijn vervoerd, althans de auto (Ford C-Max kenteken [kenteken] ) waarmee/waarin die pillen (naar Turkije) zouden worden vervoerd en/of zijn vervoerd te prepareren en/of van een geheime bergplaats, althans van een (extra) (opberg)ruimte te voorzien;
(zaak 8)
subsidiair, althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 5 februari 2013 tot en met 9 maart 2013 te Tilburg, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het derde of vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het (telkens) opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van MDMA en/of tenamfetamine (MDA) en/of N-ethyl-MDA (MDEA) en/of metamfetamine en/of amfetamine, althans een of meer hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende MDMA en/of tenamfetamine (MDA) en/of N-ethyl-MDA (MDEA) en/of metamfetamine en/of amfetamine, zijnde MDMA en/of tenamfetamine (MDA) en/of N-ethyl-MDA (MDEA) en/of metamfetamine en/of amfetamine (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, in elk geval een of meer hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende een of meer middel(en) genoemd op lijst I van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen
- een of meer anderen heeft/hebben getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen en/of mede te plegen en/of uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen te verschaffen, en/of
- zich en/of een of meer anderen gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft/hebben getracht te verschaffen, en/of
- voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd was/waren tot het plegen van het/die delict(en),
immers, heeft/hebben hij, verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) op voornoemd(e) tijdstip(pen) / in voornoemde periode(s) in voornoemde pleegplaats(en)
* een geheime bergplaats, althans een (extra) (opberg)ruimte gemaakt in het dashboard en/of handschoenencompartiment van een auto (Ford C-Max kenteken [kenteken] ) (waarmee/waarin een partij/hoeveelheid (van 21.000) XTC pillen (naar Turkije) zou worden/is vervoerd) en/of
* een auto (Ford C-Max kenteken [kenteken] ) geprepareerd (waarmee/waarin een partij/hoeveelheid (van 21.000) XTC pillen (naar Turkije) zou worden/is vervoerd) en/of
* een auto (Ford C-Max kenteken [kenteken] ) (waarmee/waarin een partij/hoeveelheid (van 21.000) XTC pillen (naar Turkije) zou worden/is vervoerd) van een geheime bergplaats, althans van een (extra)(opberg)ruimte voorzien en/of
* een ten behoeve van een XTC transport (naar Turkije / naar het buitenland) geprepareerde auto voorhanden gehad, waarvan verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en);
(zaak 8)
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of een of meer ander(en) op een of meer tijdstip(pen) in de periode van 5 februari 2013 tot en met 9 maart 2013 in Nederland en/of in Duitsland en/of in Turkije, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland hebben gebracht ongeveer 21.000 (XTC-)pillen / 4,3 kg (XTC-)pillen (bruto), tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in de periode van 9 februari 2013 tot en met 5 maart 2013 te Tilburg, opzettelijk gelegenheid heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door een geheime (opberg)ruimte te maken in het dashboard van de auto (Ford C-Max kenteken [kenteken] ) waarin die pillen naar Turkije zijn vervoerd.
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen
Bijlage bewijsmiddelen zaak 8:
Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummer(s), wordt/worden – tenzij anders vermeld bedoeld paginanummer(s) van een proces-verbaal of geschrift uit het eindproces –verbaal TGO Kapel, met dossiernummer PL203M/2012195378 van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, bestaande uit 69 ordners, met (per zaaksdossier alfabetisch) doorgenummerde pagina's.
Map 24, pagina H 307:
Op 7 februari 2013 te 14.47 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 1] (het hof begrijpt: [medeverdachte 1] ) ( [medeverdachte 1] ) en NN man-1762. In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 1] : broer.. vind vandaag of morgen met spoed de Ford Focus C-Max.. dan kom ik het halen
(..)
NN-man: okee.. C-max.
[medeverdachte 1] : Ja Ford Focus C-max.. bouwjaar 2006.. het moet een diesel zijn.. en 6 versnellingen.
Map 24, pagina H 309:
Op 8 februari 2013 te 15.27 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ) en NN man-1762 ( [medeverdachte 5] ). In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 5] : de vrienden kijken om naar auto's.. ik ga zo dadelijk naar hem toe... we kunnen
morgen de auto kopen toch?
[medeverdachte 1] : ja broer.. dat kunnen we.. zet er wat tempo achter want ik wil er volgende week geen
problemen mee hebben (..)
[medeverdachte 1] : ik moet die auto eerst nog laten repareren snap je..
Map 24, pagina H 310:
Op 8 februari 2013 wordt door [medeverdachte 5] een sms-bericht verzonden aan [medeverdachte 1] met de inhoud:
Ik heb de auto gevonden, morgen 5500; Morgen om 10 uur kunnen we hem nemen; ik heb het
voor elkaar gekregen
Map 24, pagina H 315:
Op 11 februari 2013 te 10.34 uur vindt er een telefoongesprek plaats tussen NNman-1732 en [medeverdachte 1] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
M: Wat wilde ik zeggen? Kan je de kentekenplaten brengen?
F: Ik heb net de kentekenplaten losgemaakt. Die stuur ik je straks wel.
M: Hoe ga je sturen?
F: Ik bedoel... als ik niet kan komen, ik stuur wel een vriend... die zal dan naar Venlo brengen.
M: Kan je niet nu sturen? Ik ga nu hier vandaan vertrekken. Ik moet daar wat gaan doen.
F: Ehmm okee goed dan. Ik zal je over half uurtje terugbellen.
Map 24, pagina H 324:
Op 11 februari 2013 te 10.09 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ) en [medeverdachte 6] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 1] : kameraad, ga jij maar anders naar [naam] toe.
[medeverdachte 6] : kom jij dan zo daarheen?
[medeverdachte 1] : ga jij erheen.. praat met hem.. leg de situatie uit.. "broer, dit en dat moet gebeuren.. als we de auto hier achterlaten, kan je het voor ons doen? Het heeft spoed.. moet binnen paar
dagen klaar zijn" moet je zeggen. Als hij oke zegt, dan kom ik daarheen en ik geef daar ergens bij een hoek de auto aan jou en jij kan brengen.
Map 24, pagina H 325:
Op 11 februari 2013 te 10.19 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 1] (F) en [medeverdachte 6] (M). In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
M: Nee broer, hij zegt dat hij het niet kan.
F: Waarom niet?
M: Dat weet ik niet., ik heb geprobeerd bij hem door te dringen., maar hij zegt, ik kan echt
niet. Ik bemoei me niet met andermans.. en ik zeg luister.. dit en dit en dat.. "nee ouwe, ik kan het echt niet" zegt hij.. ik heb dit ook nooit van tevoren zoiets gedaan zegt hij. (..)
M: ik heb tegen hem gezegd.. laat mij nou niet op zoek gaan naar anderen.. dan geef ik jou 3
of 5 extra.. maar daar heeft hij op geantwoord.. het maakt niet uit wat ik erop verdien., ik kan het echt niet.
F: Kom jij dan maar naar [naam]
M: welke garage was dat ook alweer?
F: Dat daar bij het Ibis-hotel.. van [verdachte] .
M: Dat kan hij niet man.. hij is een domkop.. daar heeft hij toch geen verstand van
F: Hij kan het wel.. kom daar maar heen.
Map 24, pagina H 327:
Op 11 februari 2013 te 18.08 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 1] (F) en [verdachte] 4339 [verdachte] ; A). In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
F: als iedereen daar weg is dan kun jij met gemak je werk afmaken. . er is niet zo'n haast bij..ik heb nog wel 1 of 2 uur de tijd.
[verdachte] : dat gaat daar niet zoals je het zegt. Dat ijzer zit er compleet. Ik zie geen losse plaat
man.. dat is geen losse plaat maar compleet.
F: ja.. dat moet je er dan uitslijpen. (..)
F: ga het daar maar compleet helemaal overlangs wegslijpen.
A: Is goed dan.
Map 24, pagina H 329:
Op 15 februari 2013 te 13.39 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 1] (F) en [verdachte] 4339 (A). In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
A: Breng nou mijn geld eens man Ik ben nu in de garage.. maar 's avonds ga ik naar het casino toe.. dus breng die 1500 lira eens.
F: ik kom even langs.. tot ziens.
Map 24, pagina H 330:
Op 20 februari 2013 te 17.04 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 1] (F) en [medeverdachte 7] 4339 (A). In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
F: zeg niet dichtmaken
A: vandaag?
F: nee nog niet dicht doen he.. als ik morgen kom .. dan samen (..) Ik bedoel, als jij die
verwarming erop gaat zetten.. dan niet dichtmaken.
A: nee, ik maak het niet dicht.
Map 24, pagina H 333:
Op 1 maart 2013 te 19.17 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ) en [medeverdachte 4] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 1] : Broer, ik zweer je, ik heb de auto dichtgemaakt en ben op jou aan het wachten.
[medeverdachte 4] : de kentekenplaten heb je er ook op gedaan?
[medeverdachte 1] : ja, ik heb alles erop gedaan, de auto dichtgemaakt en wacht op jou.
Map 24, pagina H 347:
Op 4 maart 2013 te 11.38 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ) en [medeverdachte 4] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 4] : en nog even dit.. je hebt het niet goed laten maken.. links en rechts zijn er beschadigingen.. dat heb je niet goed laten maken.
[medeverdachte 1] : ze gaan het toch open en weer dicht doen
[medeverdachte 4] : ja.. laat het ze dan fatsoeneren.
Map 24, pagina H 348:
Op 4 maart 2013 te 12.02 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 1] (F) en [verdachte] 4339 (A). In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
F: zeg luister eens.. er was toch aan de linker- en rechterkant van die openingen., kunnen we die niet dichten.. want die man zou gaan.. heeft de auto teruggebracht.. zo wil ik niet gaan.. want de linker- en rechterzijde van dit is open.. als ik jou 500 euro vooraf geef.. wil je die dingen niet even goed doen?
A: nou ik weet niet of die dingen wel kunnen.. volgens mij gaat het daar niet dicht. (..) wanneer moeten we dat dan doen?
F: wanneer gaat jouw garage dicht?
A: nou ik denk omstreeks half zes a zes uur
F: dan breng ik de auto omstreeks zes uur.
Map 24, pagina H 359:
Op 5 maart 2013 te 17.54 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ) en [verdachte] 4339 (A). In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 1] : om hoe laat begin je aan mijn werkje?
[verdachte] : ik ga er vandaag aan beginnen., om zes
[medeverdachte 1] : is goed dan.. wees snel
Map 24, pagina's H 360 tot en met H 363:
Op 5 maart 2013 worden door [medeverdachte 1] en [verdachte] de navolgende sms-berichten naar elkaar verzonden:
[medeverdachte 1] : schiet op kerel, heb je de auto al uit elkaar gehaald?
[verdachte] (18.41 u): Ik heb hem uit elkaar gehaald
[verdachte] (22.07 u): is klaar
[medeverdachte 1] : kom eraan
Map 24, pagina H 389:
Op 8 maart 2013 te 10.39 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ) en [medeverdachte 4] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 4] : ik ben onderweg.. ze hebben me aan de kant gezet en doen nu zoeking (..) Joegoslavië
nog niet gepasseerd joh.
[medeverdachte 1] : er kan toch niks gebeuren joh, laat ze maar zoeking doen.. ze vinden toch niks.
Map 24, pagina H 400:
Op 8 maart 2013 te 18.09 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ) en [medeverdachte 4] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 4] : Ik ben nu bij de laatste 50 km en dan rijd ik erin.
[medeverdachte 1] : Waarin?
[medeverdachte 4] : In Turkije.. wat anders
Map 24, pagina H 418:
Op 8 maart 2013 wordt door [medeverdachte 1] een sms-bericht verzonden aan NN-man 9580 met de inhoud:
Broer heb je de vriend al geplaatst? Hij neemt zijn telefoon niet op! Hoe staat het met de
verborgen ruimte; is die al open; nemen jullie niet op omdat jullie het al weten
Map 25, pagina's H 529 tot en met H 576:
Het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen. Bakengegevens Ford C-Max transport Turkije, met de daarbij behorende bijlagen. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Uit afgeluisterde telefoongesprekken en observatie bleek dat [medeverdachte 1] verdovende
middelen in de vorm van pillen met een personenauto naar Turkije wilde laten vervoeren. Hij had eerst contact met mensen in Turkije en ging zelf naar Turkije om de details te bespreken. Hierna regelde hij een personenauto, een zwarte Ford C-max met Duits kenteken [kenteken] .
Aan mij, verbalisant, werden de bakengegevens ter beschikking gesteld van de zwarte Ford Cmax met Duits kenteken [kenteken] . De bakengegevens zijn uitgekeken.
14 februari 2013, 20.52 uur tot en met 2 maart 2013 11.34 uur. Voertuig staat stil in de nabije omgeving van het garagebedrijf [naam] aan de [adres garage] .
2 maart 2013, 11.35 uur tot en met 00.00 uur.
Zwarte Ford C-max [kenteken] komt in beweging en rijdt van het terrein van het garagebedrijf af.
Herkenning bestuurder Ford C-max [kenteken] als zijnde [medeverdachte 1] .
[medeverdachte 1] geeft door aan [medeverdachte 2] dat hij buiten staat. [medeverdachte 2] komt eraan.
[adres]
Stapt een NN-man in als passagier.
Ford C-max [kenteken] vertrekt vanaf de [adres] . De NN-man slaat met zijn knokkels meerdere keren op de bovenzijde van de gehele rechterhelft van het dashboard.
Voertuig vervolgt de weg richting Venlo.
Voertuig vervolgt de weg richting Duitsland, Kerpen.
16.15
uur — 00.00 uur Voertuig staat stil in de omgeving van de [adres] te Kerpen (D).
4 maart 2013
Voertuig staat stil in de omgeving van de [adres] te Kerpen (D).
11.45
uur Voertuig verplaatst zich richting Venlo.
22.13
uur Voertuig verplaatst zich naar de omgeving van de [adres 2] en komt
daar tot stilstand.
5 maart 2013
22.35
uur Voertuig verplaatst zich vanaf de omgeving [adres garage] richting
Venlo.
23.21
uur Voertuig verplaatst zich richting Kerpen (D).
7 maart 2013
19.42
uur Voertuig vertrekt en rijdt over de A4 Köln en A3
8 maart 2013
01.06
uur Voertuig vervolgt zijn weg over de A3 naar de A8 Oostenrijk
06.37
uur — 06.42 uur Voertuig staat stil in de omgeving van de overgang van Oostenrijk naar
Slovenië
07.35
uur — 07.44 uur Voertuig staat stil in de omgeving van de overgang van Slovenië naar
Kroatië
10.19
uur — 10.56 uur Voertuig staat stil in de omgeving van de overgang van Kroatië naar
Servië.
15.30
uur — 15.37 uur Voertuig staat stil in de omgeving van de overgang van Servië naar
Bulgarije.
19.51
uur — 20.11 uur Voertuig staat stil in de omgeving van de overgang van Bulgarije naar
Turkije.
22.30
uur Voertuig verlaat de E80 richting langs een spoorlijn naar [adres] (straatnaam in
voorstad Istanbul) en rijdt vervolgens dezelfde weg weer terug naar de E80.
Map 25, pagina's H 679 tot en met H 724:
Het ambtsedig proces-verbaal nummer 60-547025-2, met daarbij de Nederlandse vertaling vanuit het Turks van uitvoeringsstukken van het rechtshulpverzoek aan Turkije (pagina H 583 tot en met H 677).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Pagina H 583 e.v.:
Referentie: het besluit tot gecontroleerde aflevering van het Parket van de Hoofdofficier van
Justitie te Ankara.
Verdachten: [medeverdachte 4] , [medeverdachte 8] , [medeverdachte 9] .
In beslag genomen strafbare goederen: ecstasy met een totaal brutogewicht van 4 kg 300 gram,
voertuig van het merk Ford voorzien van het kenteken [kenteken] .
Algemene samenvatting: bij bestudering van het (onderzoeks)document is beoordeeld dat het
gepast is dat het besluit genomen dient te worden tot een gecontroleerde aflevering.
Vanaf het moment dat de persoon op datum 08-03-2013 om 20.51 uur ons land binnen is gereisd via de grensovergang Edirne Kapiktile is aangevangen met fysieke observatie. In dit kader is aangevangen met de fysieke observatie van het voertuig van het merk Ford Focus Cmax, zwart van kleur, voorzien van het kenteken [kenteken] .
Waargenomen is dat zich een persoon bevindt in de auto. Na aanhouding is bij controle van de
identiteit vastgesteld dat deze persoon is genaamd [medeverdachte 4] .
Omstreeks 00.05 heeft de auto geparkeerd ter hoogte van de kruising van [adres]
en [adres] , en is gaan wachten. Omstreeks 00.15 uur is naast het betreffende voertuig met
kenteken [kenteken] het voertuig gekomen van het merk Renault Kango, waarin zich twee
personen bevonden. Na aanhouding is bij controle van de identiteit vastgesteld dat de persoon
die het voertuig bestuurde is genaamd [medeverdachte 8] en dat de andere persoon in de auto is
genaamd [medeverdachte 9] .
Bij doorzoeking van het voertuig met kenteken [kenteken] is een middel wit van kleur
onderschept in het onderste gedeelte van de voorconsole, op verstopte wijze in de vorm van 8
pakjes, met een totaal brutogewicht van 4 kg 300 gram, met daarop de aanduiding "Rolex",
waarvan vermoed wordt dat het van de verdovende middelen het middel Ecstasy betreft.
Pagina H 695: Proces-verbaal van testen en wegen.
In het kader van de op 09-03-2013 door de Dienst Directie Bestrijding Narcoticadelicten
gehouden drugsoperatie en onderschepte middelen zijn bij weging op onze Dienst van
Directie, 8 onderschepte pakketten met een totaal brutogewicht van 4 kg 300 gram verdovende middelen waarvan vermoed wordt dat het Ecstasy betreft; het betreffende middel is middels een testkit van het merk Drug-Screen gecontroleerd en is beoordeeld dat het van de verdovende middelen het amfetamine effectieve verdovende middel Ecstasy bevat.
Pagina H 719: Expertise rapport.
Analyse verdovende middelen.
Goederen die aan de deskundige zijn overhandigd: verband houdend met een opsporingsonderzoek die door de medewerkers wordt verricht, is toegezonden; 1 witkleurig
tablet voorzien van een "Kroon" logo/embleem met een nettogewicht van 4013,0 gram (bruto 4024,0 gram.
Als gevolg van testen en onderzoeken is vastgesteld dat de onder punt 1 vermelde witkleurige tabletten (pilletjes) bevatten van de verdovende middelen de stof met de stimulerende eigenschap MDMA.
Map 24, pagina H 112:
Het ambtsedig proces-verbaal van relaas zaak 8: handel in verdovende middelen (uitvoer). Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Op 15 maart 2013 werden van de Nederlandse liaison officer in Turkije twee e-mails
ontvangen waarin werd vermeld dat op 9 maart 2013 in Turkije ongeveer 21000 stuks XTC
tabletten waren aangetroffen in een verborgen ruimte in het dashboard van de personenauto
met kenteken [kenteken] . Hierbij werd als bestuurder aangehouden: [medeverdachte 4] .
Map 3, pagina 1083:
Het ambtsedig proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 1] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Ik heb een auto laten aanschaffen, ik heb pillen gehaald, pillen in de auto gedaan en naar
Turkije gestuurd.
Map 4, pagina's 1759 tot en met 1762:
Het ambtsedig proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 7] , opgemaakt op 2 december 2013. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Ik ben samen met [eigenaar] eigenaar van garagebedrijf [naam] te Tilburg.
Twee jaar geleden kwamen Marokkanen bij mijn bedrijf en die vroegen of ik bij het
dashboardkastje ruimte wilde maken. Ze hebben niet gezegd waarom dat was. Ik heb hier op
geantwoord dat ik dit niet ging doen, want ik voelde dat het niet klopte.
[medeverdachte 1] en zijn hele familie zijn klanten bij mijn bedrijf. [medeverdachte 1] kwam bij mij voor normale reparaties. (..). Het zijn geen goeie jongens, ze zijn allemaal bezig met criminele activiteiten.
[medeverdachte 1] kwam op een gegeven moment met de C-Max met een Duits kenteken volgens mij. Ik
weet niet meer wanneer dat was, maar het was koud buiten.
[medeverdachte 1] die zei tegen mij dat ik bij de Ford C-max ruimte moest maken bij het dashboard. Ik
moest een paar dingen los maken, [medeverdachte 1] gaf aan wat ik los moest maken. [medeverdachte 1] vertelde toen dat hij mij daarvoor zou gaan betalen, hij liet ook cashgeld zien. [medeverdachte 1] wees aan wat ik los moest halen. Ik moest heel het dashboardkastje los maken.
[medeverdachte 1] gaf mij nu meteen 500 euro en de rest zou hij later betalen. Ik heb de stijlen los gemaakt en vervolgens het dashboard losgemaakt.
[medeverdachte 1] was in het begin alleen en later was broertje, [medeverdachte 10] ook mee. Ik had meteen vanaf het
begin het gevoel dat het niet klopte.
Map 4, pagina's 1767 en 1768:
Het ambtsedig proces-verbaal van verhoor van [verdachte] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Ik wil vanaf nu echt de waarheid vertellen. Toen [medeverdachte 1] mij vroeg om ruimte te maken
in een auto zei hij dat hij geld wilde wegbrengen naar Turkije. Ik dacht toen nou dat zal dan
wel geld zijn van de weedhandel. Iedereen weet dat de [medeverdachte 10] in de weedhandel zitten. Ik
denk dat [medeverdachte 1] later is teruggekomen met de Ford C-max. Ik denk dat hij me toen 500 Euro
heeft gegeven. Mede door het feit dat ik 500 Euro kreeg voor die klus heb ik het gedaan. Ik zei toen nog tegen hem als je dan toch geld gaat wegbrengen geef mij dan wat ik nog van je
tegoed heb. Hij zei toen wacht maar even jongen ik ga het eerst wegbrengen en daarna betaal ik je.
[medeverdachte 1] kwam de auto bij mij brengen en hij vertelde me dat ik er tegen niemand iets over moest zeggen. Hij heeft toen ook de kentekenplaten van de auto verwijderd. [medeverdachte 1] vertelde me dat er iets met de APK van de auto of met de papieren van de APK was. Hij was in de auto ook nog aan het zoeken naar papieren. Er zaten Duitse kentekenplaten op. Hij heeft me toen verschillende dingen aangewezen die ik moest losmaken in de auto. Ik heb die dingen
losgemaakt. Het resultaat was dat het dashboard loskwam. Ook heb ik een opbergruimte
bovenop het dashboard verwijderd.
Toen ik hiermee klaar was hebben we contact met elkaar gehad en is [medeverdachte 1] gekomen om te
kijken naar het resultaat. Hij heeft toen gekeken naar het resultaat en hij vond dat er niet
genoeg ruimte was. Hij vertelde me toen dat ik tussen het dashboard en het
motorcompartiment ijzer weg moest gaan slijpen. [medeverdachte 1] is toen vertrokken. Ik ben toen gaan
slijpen. Vervolgens hadden we weer contact met elkaar en kwam hij het resultaat weer
bekijken. Toen hij kwam kijken vond hij het resultaat niet goed genoeg en heb ik tegen hem
gezegd dat ik niet meer kon doen dan dat wat ik had gedaan. Hij is toen zelf gaan slijpen en hij is ook nog met een hamer bezig geweest. Op een gegeven moment was hij tevreden,
Vervolgens is [medeverdachte 1] samen met zijn broer [medeverdachte 10] gekomen en heb ik gezien dat ze
zwarte pakketjes in de ontstane ruimte in het dashboard gingen stoppen. Ik hoorde dat [medeverdachte 10] op een gegeven moment zei dat hij het maar niets vond hoe het was gemaakt en hij vond het maar amateuristisch. [medeverdachte 1] heeft het meest de pakketjes vastgehad en [medeverdachte 10] hielp. [medeverdachte 1] is vertrokken in een auto waar hij op dat moment in reed. [medeverdachte 10] reed weg in de Ford C-max.
De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 7 november 2019, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik heb handelingen verricht aan een auto, een Ford C-Max, op verzoek van [medeverdachte 1] . Hij liet mij zien wat ik moest doen. Ik heb de ruimte achter het dashboardkastje opengemaakt en een ruimte gemaakt om iets in te doen. Ik wist dat [medeverdachte 1] geen gewone baan had.
Ik had eerder al besloten om niet meer aan hun auto’s te werken, omdat ze steeds later betaalden en soms ook niet betaalden. Maar op enig moment kwam [medeverdachte 1] . Ik had nog geld van hem tegoed. Hij vroeg mij dit te doen. Ik kreeg 500 euro van hem en zou na het maken van de ruimte nog 500 euro krijgen.
Ik was op de zaak toen de spullen in die ruimte in de auto werden gestopt. Het waren zwarte pakketten. Ik heb niet gecontroleerd wat er in de pakketten zat. Ik heb de pakketten ook niet vastgehad.
[medeverdachte 1] is geen betrouwbaar persoon, zijn broer ook niet. Ze vertelden zelf dat ze in wiethandel zaten en betaalden ook contant.
Op vragen van de advocaat-generaal verklaar ik dat ik er niet bij stilgestaan heb dat ik in mijn eigen garagebedrijf aan het werk was aan een auto en dat er iets in die auto zou komen wat niet in de haak was. Het klopt dat er in zwart getapete pakketjes van alles kan zitten. Ik heb daar niet over nagedacht.
De voorzitter houdt mij voor dat ik bij de politie heb verklaard dat ik vanaf het begin al het gevoel had dat het niet klopte. Dat is waar.
Bewijsoverwegingen
De beslissing dat het bewezen verklaarde door de verdachte is begaan, berust op de
feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen in onderlinge samenhang beschouwd.
Het hof is van oordeel dat de zijdens verdachte bepleite vrijspraak van het ten laste gelegde wordt weersproken door de bewijsmiddelen. Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
Het hof stelt voorop, dat het kernverwijt bij medeplichtigheid is het bevorderen en/of vergemakkelijken van een door een ander begaan misdrijf (vgl. HR 22 maart 2011, ECLI:NL:HR:2011:BO2629 en HR 2 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3474). De medeplichtigheid kan bestaan uit het opzettelijk behulpzaam zijn bij het plegen van het misdrijf (simultane/gelijktijdige medeplichtigheid), dan wel het opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaffen tot het plegen van het misdrijf (consecutieve/voor-afgaande medeplichtigheid). Echter, een strikt onderscheid dient tussen beide vormen niet te worden gemaakt, omdat dit niet strookt met de omstandigheid dat – zoals ook in art. 49, vierde lid, Sr tot uitdrukking is gebracht – art. 48 Sr als kernverwijt bedoelt strafbaar te stellen het bevorderen en/of vergemakkelijken van een door een ander begaan misdrijf (vgl. HR 22 maart 2011, ECLI:NL:HR:2011:BO2629, rov. 2.2.).
Vereist is daarbij dat niet alleen wordt bewezen dat verdachtes opzet was gericht op het bevorderen en/of vergemakkelijken van een door een ander begaan misdrijf als
bedoeld in art. 48, aanhef en onder 1° en 2°, Sr, maar ook dat verdachtes opzet, al dan niet in voorwaardelijke vorm, was gericht op dit misdrijf (vgl. HR 13 november 2001,
ECLI:NL:HR:2001:AD4372). Voorwaardelijk opzet is dan aanwezig indien de verdachte zich willens en wetens heeft blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat dat misdrijf zal worden begaan. De beantwoording van de vraag of de aanmerkelijke kans op het betreffende misdrijf daarbij door de verdachte bewust is aanvaard, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval, waarbij betekenis toekomt aan de aard van de gedraging van de verdachte en de omstandigheden waaronder deze is verricht. Daarbij moet worden gesteld dat uit de art. 47, 48 en 49 Sr, gelezen in onderling verband en samenhang, volgt dat enerzijds ten aanzien van de medeplichtige bij de bewezenverklaring en kwalificatie moet worden uitgegaan van de door de dader verrichte handelingen, ook indien het opzet van de medeplichtige slechts was gericht op een deel daarvan, en dat anderzijds het maximum van de aan de medeplichtige op te leggen straf een derde minder bedraagt dan het maximum van de straf, gesteld op het misdrijf dat de medeplichtige voor ogen stond. Het gaat bij de 'handelingen' van de dader in het bijzonder om het desbetreffende gronddelict, met inbegrip van de bestanddelen daarvan. Daarbij sluit aan dat dat opzet van de medeplichtige niet gericht behoeft te zijn op de precieze wijze waarop het gronddelict wordt begaan (vgl. HR 4 maart 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC0780, NJ 2008/156 en HR 22 maart 2011, ECLI:NL:HR:2011:BO4471, NJ 2011/342). Onder die precieze wijze waarop het gronddelict wordt begaan, is ook begrepen of het gronddelict al dan niet in deelneming wordt begaan; op die deelnemingsvorm behoeft het opzet van de medeplichtige dus niet te zijn gericht (vgl. HR 23 januari 2018, ECLI:NL:HR:2018:67, rov. 2.3.).
Verdachte is eigenaar van het garagebedrijf [naam] , gevestigd in Tilburg. Uit de gebruikte bewijsmiddelen blijkt dat [medeverdachte 1] verdachte heeft verzocht een opbergruimte te maken in een auto (Ford C-Max kenteken [kenteken] ) onder het dashboard. Verdachte heeft aan dit verzoek voldaan door op 20 februari 2013 het dashboard los te schroeven en open te zagen met behulp van een slijptol. [medeverdachte 1] heeft daarop aan verdachte laten weten dat hij de ruimte nog niet moest dichtmaken tot dat hij, [medeverdachte 1] , de volgende dag naar de garage zou komen. [medeverdachte 1] heeft die volgende dag samen met [medeverdachte 10] zwarte, vierkante pakketjes in de opbergruimte onder het dashboard geplaatst. Dit heeft verdachte gezien. Vervolgens heeft verdachte de opbergruimte dichtgemaakt. Op 5 maart 2013 is [medeverdachte 1] nogmaals met auto teruggekomen bij de garage, omdat de aanpassingen aan het dashboardkastje, door verdachte gedaan, zichtbaar waren. De verdachte heeft dit probleem weten op te lossen door de gemaakte ruimte dicht te kitten. Verdachte heeft voorafgaand aan deze werkzaamheden € 500,- ontvangen en zou, na het maken van de opbergruimte, nogmaals € 500,- krijgen, welk bedrag hij nooit heeft ontvangen.
Korte tijd na de werkzaamheden van verdachte is de Ford C-Max met kenteken [kenteken] in Turkije aangehouden en werden door de Turkse politie zwarte pakketjes met XTC-pillen in het dashboard van de auto gevonden.
Verdachte heeft zelf meermalen – zowel bij de politie als ter terechtzitting in eerste aanleg en hoger beroep – verklaard dat hij van [medeverdachte 1] had vernomen dat de opbergruimte onder het dashboard in de auto zou dienen voor een geldtransport naar Turkije. Verdachte heeft verklaard dat hij daadwerkelijk dacht dat het om geld ging dat afkomstig was van de hennephandel. De verdediging heeft aangevoerd dat – nu de zwarte pakketjes de uiterlijke verschijningsvorm van ingepakt geld hadden – de verdachte niet had kunnen vermoeden dat zich iets anders dan geld in de pakketjes bevond. Derhalve ontbreekt volgens de verdediging voorwaardelijk opzet op het strafbare feit, de uitvoer van XTC-pillen.
Het hof overweegt hieromtrent als volgt. Verdachte wist dat hij te maken had met jongens die zich bezighielden met de handel in verdovende middelen. De verdachte was weliswaar in de veronderstelling dat het handel in hennep betrof en niet handel in harddrugs zoals XTC-pillen, maar dat neemt niet weg dat hij wist dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 10] naar eigen zeggen ‘geen goeie jongens’ waren en allemaal bezig waren met criminele activiteiten, waaronder weedhandel en dat hij meteen vanaf het begin het gevoel had dat het niet klopte. Hoewel de verdachte de pakketjes niet zelf in handen heeft gehad, heeft hij ze wel gezien. Hij kon daarbij de inhoud van de pakketjes niet zien, nu deze zwart aan de buitenkant waren. Verdachte kon niet uitsluiten dat er geld in de pakketjes zat, er had zich van alles in de pakketjes kunnen bevinden. Hierdoor mocht van de verdachte tenminste worden verwacht dat hij nader onderzoek zou verrichten aan de betreffende pakketjes alvorens hij instemde met het maken van de opbergruimte en het vullen van deze ruimte met die pakketjes. Dit geldt temeer nu hij – ook naar eigen zeggen – te maken had met onbetrouwbare mannen die zich bezighielden met drugshandel. Nu nader onderzoek van de zijde van verdachte is uitgebleven, heeft hij gezien de aard van de gedraging van de verdachte en de omstandigheden waaronder deze is verricht, bewust de aanmerkelijk kans aanvaard dat zich iets anders dan geld – namelijk XTC-pillen – in de zwarte, vierkante pakketjes bevond. Daarmee had verdachte voorwaardelijk opzet op het vervoeren van XTC-pillen naar Turkije. Het ontvangen van een relatief lage vergoeding voor zijn werkzaamheden, zoals door de verdediging is gesteld, doet aan het bovenstaande niet af.
De medeplichtigheid van de verdachte bestond uit het leveren van een faciliterende en actieve bijdrage, te weten het maken van een opbergruimte in het dashboardkastje van de auto. Daarmee heeft de verdachte bevorderd en/of vergemakkelijkt een door anderen begane uitvoer van de XTC-pillen, immers de drugs is uiteindelijk in de door verdachte geprepareerde opbergruimte vervoerd en later in Turkije door de opsporingsautoriteiten aangetroffen. Door de door verdachte verrichte handelingen heeft het misdrijf – te weten het buiten grondgebied van Nederland brengen van een verboden middel als bedoeld in lijst I – dan ook kunnen plaatsvinden.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het primair bewezen verklaarde levert op:
medeplichtigheid aan/tot medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten. Het feit is strafbaar.
Op te leggen sanctie
Het hof heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Ten voordele van de verdachte heeft het hof bij de strafoplegging rekening gehouden met het uittreksel uit het justitiële documentatieregister d.d. 20 januari 2016, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten. Daarnaast is gelet op de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komende in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
De verdachte heeft een faciliterende bijdrage geleverd aan de uitvoer van harddrugs naar Turkije. Gezien de hoeveelheid van de harddrugs – te weten 21.000 XTC-pillen / 4,3 kg XTC-pillen – gaat het hof ervan uit dat de pillen voor verdere verspreiding waren bedoeld. XTC-pillen zijn schadelijk voor de gezondheid van gebruikers. De handel in harddrugs veroorzaakt daarnaast overlast en schade voor de samenleving doordat verslaafden veelal vermogensdelicten plegen om hun verslaving te bekostigen. Het hof rekent verdachte aan dat hij de handel van en uitvoer in harddrugs heeft bevorderd met zijn gedraging.
Het hof heeft zich bij de bepaling van de op te leggen sancties tevens rekenschap gegeven van de redelijke termijn. Het hof stelt voorop dat elke verdachte recht heeft op een openbare behandeling van zijn zaak binnen een redelijke termijn als bedoeld in art. 6 EVRM. Deze waarborg strekt er onder meer toe te voorkómen dat een verdachte langer dan redelijk is onder de dreiging van een strafvervolging zou moeten leven. Deze termijn vangt aan vanaf het moment dat vanwege de Nederlandse Staat jegens de betrokkene een handeling is verricht waaraan deze in redelijkheid de verwachting kan ontlenen dat tegen hem of haar ter zake van een bepaald strafbaar feit door het openbaar ministerie een strafvervolging zal worden ingesteld. Bij de vraag of sprake is van een schending van de redelijke termijn moet rekening worden gehouden met de omstandigheden van het geval, waaronder begrepen de processuele houding van verdachte, de aard en ernst van het ten laste gelegde, de ingewikkeldheid van de zaak en de mate van voortvarendheid waarmee deze strafzaak door de justitiële autoriteiten is behandeld.
In de onderhavige zaak is de redelijke termijn aangevangen op 2 december 2013, de dag waarop verdachte in verzekering is gesteld en voor de eerste maal is verhoord.
De rechtbank heeft op 18 september 2017 vonnis gewezen. De behandeling in eerste aanleg is derhalve niet afgerond met een eindvonnis binnen twee jaar na de aanvang van de hiervoor genoemde termijn. Er is in eerste aanleg sprake van een overschrijding van de redelijke termijn met ongeveer een jaar en negen maanden.
Het openbaar ministerie heeft op 2 oktober 2017 hoger beroep ingesteld. Het hof wijst dit arrest op 5 december 2019. Ook in hoger beroep is dus sprake van een termijnoverschrijding, nu de behandeling in hoger beroep niet is afgerond met een eindarrest binnen twee jaar na het instellen van het hoger beroep. De overschrijding van de redelijke termijn in hoger beroep bedraagt ongeveer twee maanden.
Deze termijnoverschrijding is niet aan verdachte te wijten, maar vindt zijn oorzaak in de omstandigheid dat de zaak tegen verdachte deel uit heeft gemaakt van een zeer omvangrijk onderzoek, waardoor zijn zaak de zaken van de hoofdverdachten, waarin zowel in eerste aanleg als in hoger beroep meerdere onderzoekswensen zijn ingediend en toegewezen, is gevolgd.
Het hof heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met deze termijnoverschrijding.
Zonder schending van de redelijke termijn zou een straf als door de rechtbank opgelegd, te weten een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee maanden en een taakstraf voor de duur van 100 uren, met aftrek van voorarrest, subsidiair 50 dagen hechtenis, passend zijn geweest. Nu de redelijke termijn is geschonden, zal worden volstaan met een taakstraf van na te melden duur.
Het hof ziet aanleiding om daarnaast een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. Daarmee wordt enerzijds de ernst van het bewezen verklaarde tot uitdrukking gebracht en wordt anderzijds de strafoplegging dienstbaar gemaakt aan het voorkomen van nieuwe strafbare feiten.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet en de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 48 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het primair bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) maanden.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 80 (tachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 40 (veertig) dagen hechtenis.
Aldus gewezen door:
mr. A.M.G. Smit, voorzitter,
mr. A.R. Hartmann en mr. J. Nederlof, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. A.E.M. de Ridder en mw. L.G. Gersen, griffiers,
en op 5 december 2019 ter openbare terechtzitting uitgesproken.