V-N 2019/9.23
Frauduleuze teruggaaf dividendbelasting geen non-existente beschikking
HR 08-02-2019, ECLI:NL:HR:2019:193, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 februari 2019
- Magistraten
De Groot, Fierstra, Wortel, Beukers-van Dooren, Cools
- Zaaknummer
17/03710
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS177318:1
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
Fiscaal bestuursrecht / Aanslag
Fiscaal bestuursrecht / Bevoegdheid
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Organisatie Belastingdienst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:193, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑02‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑04‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:469, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 26‑04‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑09‑2017
- Wetingang
art. 8:75, 10:2 en 10:3 Awb; art. 16 lid 2 onderdeel a AWR
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de teruggaafbeschikking valt binnen de grenzen van het mandaat dat destijds aan de ambtenaar was verleend. Het maakt niet uit dat zijn uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid frauduleus is.
Samenvatting
X bv ontvangt door toedoen van een frauderende ambtenaar van de Belastingdienst een ambtshalve teruggaaf dividendbelasting van € 19,5 mln. X bv had op die teruggave feitelijk geen recht. Op de dag van ontvangst is het grootste deel overgemaakt naar een buitenlandse bankrekening. In geschil is of terecht een navorderingsaanslag VPB aan X bv is opgelegd van € 19,5 mln., alsmede de beschikking belastingrente van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.