NJB 2014/880
Bedreiging ‘met enig misdrijf tegen het leven gericht’ art. 285 Sr: voor een veroordeling ter zake van zodanige bedreiging is vereist dat de bedreiging van dien aard is en onder zodanige omstandigheden is geschied dat bij de bedreigde in redelijkheid de vrees kon ontstaan dat hij het leven zou kunnen verliezen. In casu ontoereikende motivering
HR 01-04-2014, ECLI:NL:HR:2014:775
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 april 2014
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, Y. Buruma
- Zaaknummer
13/01851
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:775, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑04‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:233, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑02‑2014
- Wetingang
(Sr art. 285)
Essentie
Bedreiging ‘met enig misdrijf tegen het leven gericht’ art. 285 Sr: voor een veroordeling ter zake van zodanige bedreiging is vereist dat de bedreiging van dien aard is en onder zodanige omstandigheden is geschied dat bij de bedreigde in redelijkheid de vrees kon ontstaan dat hij het leven zou kunnen verliezen. In casu ontoereikende motivering
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte is veroordeeld (wat betreft feit 1) omdat hij – kort gezegd – iemand heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk betrokkene dreigend de woorden toegevoegd: ‘Ik heb wel meer mensen bewerkt’ en ‘Als ik iemand pak, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.