Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling Kadasterwet 1994
Artikel 21
Geldend
Geldend vanaf 01-05-1994
- Bronpublicatie:
14-04-1994, Stcrt. 1994, 81 (uitgifte: 27-04-1994, regelingnummer: KAZ14494009)
- Inwerkingtreding
01-05-1994
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-02-1994, Stb. 1994, 125 (uitgifte: 01-01-1994, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Algemeen
Goederenrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Algemeen
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Insolventierecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De Dienst doet van het voornemen tot een onderzoek van vernieuwing mededeling aan de in artikel 75, tweede lid, van de wet bedoelde belanghebbenden door middel van een brief.
2.
De brief wordt verzonden tenminste twee weken vóór het tijdstip waarop het onderzoek van vernieuwing zal plaatsvinden.
3.
De in het eerste lid bedoelde brief maakt ook melding van het adres en het telefoonnummer van het kantoor van de Dienst, alsmede van de naam van de ambtenaar tot wie een belanghebbende zich desgewenst kan wenden, indien het in het vierde lid bedoelde geval zich voordoet.
4.
Ingeval een belanghebbende die ter plaatse inlichtingen moet verschaffen tijdig bericht heeft gedaan op het desbetreffende tijdstip verhinderd te zijn, wordt hij opnieuw in de gelegenheid gesteld inlichtingen te verstrekken.