Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling Kadasterwet 1994
Artikel 22
Geldend
Geldend vanaf 01-10-1996
- Redactionele toelichting
Deze wijziging treedt tegelijk in werking met de Wet van 26-01-1995, Stb. 71.
- Bronpublicatie:
24-08-1996, Stcrt. 1996, 186 (uitgifte: 26-09-1996, regelingnummer: MJZ9604795)
- Inwerkingtreding
01-10-1996
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-09-1996, Stb. 1996, 472 (uitgifte: 01-01-1996, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Algemeen
Goederenrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Algemeen
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Insolventierecht / Bijzondere onderwerpen
Het relaas van bevindingen bevat tenminste naast de gegevens die op grond van de desbetreffende bepalingen van de wet en het Kadasterbesluit daarin moeten worden vermeld:
- a.
de namen en overige personalia van de bij de bijwerking belanghebbende personen die inlichtingen hebben verstrekt of ter plaatse aanwijzingen hebben gegeven dan wel van hun vertegenwoordigers zo zij niet in persoon verschijnen dan wel wettelijke vertegenwoordigers hebben;
- b.
ingeval van vertegenwoordiging, de aard van deze en, ingeval een rechtspersoon wordt vertegenwoordigd, de relatie van de vertegenwoordiger tot de rechtspersoon;
- c.
de relatie van de verschenen personen of de door hen vertegenwoordigde personen tot de onroerende zaak;
- d.
de omschrijving van de door belanghebbenden aangewezen grenzen, vastgelegd op een schets of tekening onder aanduiding van grenspunten en onder vermelding van maten en coördinaten dan wel een verwijzingscode naar deze coördinaten;
- e.
het al dan niet eensluidend zijn van de aanwijzingen van belanghebbenden;
- f.
in geval de aanwijzingen niet eensluidend zijn, alle gegeven aanwijzingen;
- g.
de resultaten van de controle of de omschrijving van de onroerende zaak in het ingeschreven stuk verenigbaar is met de door belanghebbenden gegeven aanwijzingen;
- h.
in geval van het niet-ontvangen van inlichtingen, de reden daarvan.