FED 2023/98
De Hoge Raad verklaart de uitzondering op het verbod tot winst beogen voor bepaalde instellingen voor de sociaal-culturele vrijstelling onverbindend.
HR 14-04-2023, ECLI:NL:HR:2023:460, m.nt. mr. A.M. de Wit
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 april 2023
- Magistraten
Mrs. Van Hilten, Punt, Feteris, Fierstra, Faase
- Zaaknummer
20/02590
- Noot
mr. A.M. de Wit
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS712283:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Omzetbelasting / Vrijstelling
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:460, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑04‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:651, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑06‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:714, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑06‑2022
- Wetingang
Art. 11 lid 1 letter f, art. 7 lid 1 Wet OB 1968; art. 7 lid 1 en 5 Uitvoeringsbesluit OB 1968; Bijlage B, letter b, post 29 en 33 algemene aantekening Uitvoeringsbesluit OB 1968
Essentie
De Hoge Raad verklaart de uitzondering op het verbod tot winst beogen voor bepaalde instellingen voor de sociaal-culturele vrijstelling onverbindend.
Samenvatting
Belanghebbende verricht budgetbeheer, -beleiding en -advisering al dan niet in het kader van beschermingsbewind of curatele en beroept zich op de sociaal, culturele vrijstelling post b.33 (schuldhulpverlening) en post b.29 (algemeen maatschappelijk werk). De Hoge Raad beslist dat de vrijstelling niet van toepassing is, omdat belanghebbende een winstoogmerk heeft. De Hoge Raad verklaart de uitzondering op het verbod tot winstbeogen die geldt voor o.a. post b.33 en post b.29 in de algemene aantekening van bijlage B ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.