JOR 2014/191
Hoge Raad stelt prejudiciële vragen over rechtsmacht Nederlandse rechter ten aanzien van vordering wegens aansprakelijkheid van buiten Nederland wonende bestuurder/werknemer van Nederlandse vennootschap
HR 24-01-2014, ECLI:NL:HR:2014:164 (Holterman c.s./Spies)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 januari 2014
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, G. Snijders en M.V. Polak
- Zaaknummer
13/01256
- Roepnaam
Holterman c.s./Spies
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Europees burgerlijk procesrecht
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:133, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑02‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1126, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑11‑2016
ECLI:NL:HR:2014:164, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑01‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:1265, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑11‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑02‑2013
- Wetingang
Essentie
Hoge Raad stelt prejudiciële vragen over rechtsmacht Nederlandse rechter ten aanzien van vordering wegens aansprakelijkheid van buiten Nederland wonende bestuurder/werknemer van Nederlandse vennootschap
Samenvatting
Dit arrest betreft het cassatieberoep tegen het hiervoor onder JOR 2014/190 besproken arrest van Hof Arnhem. Het cassatieberoep betreft uitsluitend het oordeel van het hof dat de Nederlandse rechter geen bevoegdheid toekomt ten aanzien van de vorderingen van Holterman Ferho Exploitatie BV (hierna: Holterman Ferho) die zijn gebaseerd op het niet-nakomen door Spies van zijn verplichtingen uit hoofde van de functie van directeur van die vennootschap.
De Hoge Raad overweegt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.