RvdW 2014/504
Belaging onvoldoende gemotiveerd.
HR 11-03-2014, ECLI:NL:HR:2014:533
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 maart 2014
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, Y. Buruma
- Zaaknummer
12/01815
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:533, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑03‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:2601, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑11‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑02‑2013
- Wetingang
Art. 285b Sr; art. 359 led 1 en 3 Sv
Essentie
Belaging? Gezien de aard, de duur, de frequentie en de intensiteit van de gedragingen van de verdachte, de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden en de invloed daarvan op het persoonlijk leven en de persoonlijke vrijheid van aangeefster, is het oordeel dat sprake is van een ‘stelselmatige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer’ cfm art. 285b Sr niet zonder meer begrijpelijk.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden van 23 maart 2012, nummer 24/000539-10 en 24/002738-10, in de strafzaak tegen: G. Adv.: mr. B.P. de Boer en mr. D.N. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.