RvdW 2009, 1145
Verzet tegen verstekvonnis; daad van bekendheid in zin van art. 143 Rv.
HR 02-10-2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ1249
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
2 oktober 2009
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein, W.A.M. van Schendel, F.B. Bakels
- Zaaknummer
08/00214
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
BJ1249
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BJ1249, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 02‑10‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BJ1249, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑06‑2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑12‑2007
- Wetingang
Rv art. 143
Essentie
Verzet tegen verstekvonnis; daad van bekendheid in zin van art. 143 Rv.
Niet slechts een erkenning van het verstekvonnis als bedoeld in HR 26 januari 1951, NJ 1951, 420, maar ook andere uitlatingen en handelingen in rechte — waaronder het (in een buitenlandse procedure) in het geding brengen van een productie als de onderhavige (een in een Schotse exequaturprocedure ingediende 'note', aarin bezwaar wordt gemaakt tegen de 'registration' van het Nederlandse verstekvonnis) — kunnen een (aan de desbetreffende procespartij toe te rekenen) daad van bekendheid in de zin van art. 143 Rv opleveren. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.