RvdW 2010, 645
Voorzetting onderzoek na gewijzigde samenstelling zonder dat blijkt van instemming A-G en verdachte.
HR 11-05-2010, ECLI:NL:HR:2010:BL5584
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 mei 2010
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, C.H.W.M. Sterk
- Zaaknummer
08/02845
- Conclusie
A-G Knigge
- LJN
BL5584
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Bestuursprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BL5584, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑05‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BL5584, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑02‑2010
- Wetingang
Sv art. 322
Essentie
Nu uit het proces-verbaal van de terechtzitting niet blijkt dat de A-G en de verdachte, na gewijzigde samenstelling van het Hof, hebben ingestemd met hervatting van het onderzoek ter terechtzitting in de stand waarin zich dat op de vorige zitting bevond, moet het ervoor worden gehouden dat die instemming niet is gegeven. Dit leidt tot nietigheid van het onderzoek.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, Enkelvoudige Kamer, van 23 juni 2008, nummer 23/001893-07, in de strafzaak tegen: K. Adv. mr. J. Kuijper, te Amsterdam.