Einde inhoudsopgave
Wet pleziervaartuigen 2016
Artikel 13a
Geldend
Geldend vanaf 19-04-2023
- Bronpublicatie:
02-11-2022, Stb. 2023, 66 (uitgifte: 01-03-2023, kamerstukken: 36093)
- Inwerkingtreding
19-04-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-04-2023, Stb. 2023, 125 (uitgifte: 18-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
1.
De ingevolge artikel 13 aangewezen ambtenaren, zijn in afwijking van artikel 5:15, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, bevoegd met medeneming van de benodigde apparatuur een woning te betreden zonder toestemming van de bewoner ten behoeve van de uitoefening van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 14, vierde lid, onderdelen a, d en e, van de EU-verordening markttoezicht.
2.
Voor het uitoefenen van de bevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, is een voorafgaande machtiging vereist van de rechter-commissaris. In het verzoek om afgifte van een machtiging worden de proportionaliteit en subsidiariteit van het verzoek gemotiveerd. De rechter-commissaris kan het openbaar ministerie horen alvorens te beslissen. Artikel 171 van het Wetboek van Strafvordering is van overeenkomstige toepassing.
3.
Tegen de beslissing van de rechter-commissaris, bedoeld in het tweede lid, staat voor zover het verzoek om een machtiging niet is toegewezen, voor Onze Minister binnen veertien dagen beroep open bij de rechtbank, sector strafrecht.
4.
De artikelen 2 en 3 van de Algemene wet op het binnentreden zijn niet van toepassing.