NJ 2011/4
Opdracht; redelijk loon als bedoeld in art. 7:405 lid 2 BW; maatstaf; stelplicht opdrachtnemer; motiveringseisen.
HR 19-12-2008, ECLI:NL:HR:2008:BG1680, m.nt. Jac. Hijma (3Span/Recreatiebeheer)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 december 2008
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A. Hammerstein, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
C07/133HR
- Conclusie
A-G Timmerman
- Noot
Jac. Hijma
- LJN
BG1680
- Roepnaam
3Span/Recreatiebeheer
- JCDI
JCDI:ADS96459:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BG1680, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑12‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BG1680, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑10‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑04‑2007
- Wetingang
BW art. 7:405
Essentie
Opdracht; redelijk loon als bedoeld in art. 7:405 lid 2 BW; maatstaf; stelplicht opdrachtnemer; motiveringseisen.
Indien de opdrachtnemer krachtens een in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf aangegane overeenkomst werkzaamheden heeft verricht waarvoor de overeenkomst geen vergoeding bepaalt, terwijl ook onvoldoende duidelijke aanknopingspunten bestaan om het loon op de gebruikelijke wijze te berekenen (bijvoorbeeld door het aantal gewerkte uren te vermenigvuldigen met het gebruikelijke uurloon), is de opdrachtgever ingevolge art. 7:405 lid 2 een redelijk loon verschuldigd. Wat in een concreet geval als een ‘redelijk’ loon heeft te gelden, zal onder meer afhangen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.