NJ 2010, 156
Exequaturprocedure; EEX-Verordening. Cassatietermijn. Rechtsmiddel van art. 43; gesloten stelsel van weigeringsgronden? HR stelt prejudiciële vragen aan HvJEU.
HR 12-03-2010, ECLI:NL:HR:2010:BK4932
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 maart 2010
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, E.J. Numann, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
08/04424
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
BK4932
- JCDI
JCDI:ADS127131:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Europees burgerlijk procesrecht
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BK4932, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑03‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BK4932, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑11‑2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑10‑2008
- Wetingang
Essentie
Exequaturprocedure; EEX-Verordening. Cassatietermijn. Rechtsmiddel van art. 43; gesloten stelsel van weigeringsgronden? HR stelt prejudiciële vragen aan HvJEU.
De termijn voor het instellen van cassatieberoep tegen een beschikking op het rechtsmiddel van art. 43 EEX-Verordening bedraagt, nu hier de gewone regels m.b.t. het beroep in cassatie tegen beschikkingen op rekest gelden, drie maanden.