Protocol 2 bij het Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken betreffende de eenheid in de uitlegging van dit verdrag en betreffende het permanent comité
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2010
- Bronpublicatie:
30-10-2007, PbEU 2009, L 147 (uitgifte: 10-06-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-01-2010, Internet 2010, www.eda.admin.ch (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Internationaal privaatrecht / Conflictenrecht
Protocol van 30 oktober 2007
DE HOGE VERDRAGSLUITENDE PARTIJEN,
GELET OP artikel 75 van dit verdrag,
OVERWEGENDE dat er een hechte band bestaat tussen dit verdrag, het Verdrag van Lugano van 1988 en de in artikel 64, lid 1, van dit verdrag bedoelde instrumenten,
OVERWEGENDE dat het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen bevoegd is om uitspraak te doen over de uitlegging van de bepalingen van de in artikel 64, lid 1, van dit verdrag bedoelde instrumenten,
OVERWEGENDE dat dit verdrag deel wordt van het Gemeenschapsrecht en dat het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen bijgevolg bevoegd is om uitspraak te doen over de uitlegging van dit verdrag met betrekking tot de toepassing ervan door de gerechten van de lidstaten van de Europese Gemeenschap,
MET VOLLEDIGE KENNIS van de beslissingen die het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen met betrekking tot de uitlegging van de in artikel 64, lid 1, van dit verdrag bedoelde instrumenten heeft gegeven tot het tijdstip van de ondertekening van dit verdrag, alsook van de beslissingen die de gerechten van de verdragsluitende partijen bij het Verdrag van Lugano van 1988 met betrekking tot dit laatstgenoemde verdrag hebben gegeven tot het tijdstip van de ondertekening van dit verdrag,
OVERWEGENDE dat de gelijktijdige herziening van het Verdrag van Lugano van 1988 en van het Verdrag van Brussel, die heeft geleid tot de sluiting van een herziene tekst van deze verdragen, in hoofdzaak was gebaseerd op de bovenvermelde beslissingen met betrekking tot het Verdrag van Brussel van 1968 en het Verdrag van Lugano van 1988,
OVERWEGENDE dat de herziene tekst van het Verdrag van Brussel na de inwerkingtreding van het Verdrag van Amsterdam is opgenomen in Verordening (EG) nr. 44/2001,
OVERWEGENDE dat deze herziene tekst ook de basis vormde voor de tekst van dit verdrag,
VERLANGENDE om, met volledige eerbiediging van de onafhankelijkheid van de gerechten, verschillen in uitlegging te voorkomen en een zo groot mogelijke eenheid te bereiken in de uitlegging van dit verdrag, van Verordening (EG) nr. 44/2001 (die in hoofdzaak in dit verdrag is overgenomen), en van de andere in artikel 64, lid 1, van dit verdrag bedoelde instrumenten,
HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT OVER DE VOLGENDE BEPALINGEN:
Verdragpartijgroep