NJ 2019/211
Nietigheid rechtshandeling (verkrijging door advocaat) o.g.v. art. 3:43 lid 1, onder a, BW; begrip ‘aanhangig’. Begrip ‘verkrijging’ in zin art. 3:43 BW; stille cessie (art. 3:94 lid 3 BW). Wederkerig schuldenaarschap bij bevoegdheid verrekening (art. 6:127 lid 2 BW). Arbitrage; gezag van gewijsde arbitraal vonnis (art. 1059 Rv).
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
23 maart 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
17/01075
- Conclusie
A-G mr. W.L. Valk
- Noot
Jac. Hijma
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS55101:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Burgerlijk procesrecht / Arbitrage
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
Verbintenissenrecht / Overgang en tenietgaan verbintenissen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:428, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑03‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:21, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑01‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑02‑2017
- Wetingang
Essentie
Nietigheid rechtshandeling (verkrijging door advocaat) o.g.v. art. 3:43 lid 1, onder a, BW; begrip ‘aanhangig’. Begrip ‘verkrijging’ in zin art. 3:43 BW; stille cessie (art. 3:94 lid 3 BW). Wederkerig schuldenaarschap bij bevoegdheid verrekening (art. 6:127 lid 2 BW). Arbitrage; gezag van gewijsde arbitraal vonnis (art. 1059 Rv).
Samenvatting
Ingevolge art. 3:43 lid 1, aanhef, onder a, en slot, BW zijn nietig rechtshandelingen die strekken tot verkrijging door (onder meer) advocaten van goederen waarover een geding aanhangig is voor het gerecht onder welks rechtsgebied zij hun bediening uitoefenen. Deze bepaling ...