FED 2017/134
Activiteiten verricht voor echtgenoot vormen geen bron van inkomen. Bij de beoordeling op hoeveel dagen doorgaans per week gewerkt wordt in art. 2a en 2c Uitvoeringsbesluit loonbelasting, is het niet van belang op hoeveel uren er op die dagen gewerkt wordt
HR 12-05-2017, ECLI:NL:HR:2017:846, m.nt. J.W.J. de Kort
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 mei 2017
- Magistraten
Mrs. Koopman, Fierstra, Groeneveld, Wortel, Beukers-van Dooren
- Zaaknummer
16/02348
- Conclusie
A-G Niessen
- Noot
J.W.J. de Kort
- JCDI
JCDI:ADS24460:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Inkomen uit werk en woning (box 1) - niet-winst
Loonbelasting / Dienstbetrekking
Inkomstenbelasting / Winst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:846, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑05‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑10‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:1102, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑10‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑06‑2016
- Wetingang
Art. 3.156 Wet IB 2001; art. 2a, 2c Uitvoeringsbesluit LB 1965
Essentie
Activiteiten verricht voor echtgenoot vormen geen bron van inkomen. Bij de beoordeling op hoeveel dagen doorgaans per week gewerkt wordt in art. 2a en 2c Uitvoeringsbesluit loonbelasting, is het niet van belang op hoeveel uren er op die dagen gewerkt wordt
Samenvatting
Belanghebbende verricht werkzaamheden als verpleegkundige voor twee organisaties en haar echtgenoot. Voor de hieruit genoten inkomsten is naar aanleiding van een door belanghebbende ingediend verzoek een VAR-WUO afgeven die voor de jaren daarna automatisch is gecontinueerd. Naar aanleiding van een boekenonderzoek bij een van deze organisaties herziet de inspecteur de verklaring arbeidsrelatie in een VAR-loon. Het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.