Einde inhoudsopgave
Verordening op de advocatuur
Artikel 4.3b Gestructureerd intercollegiaal overleg
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2020
- Bronpublicatie:
21-06-2017, Stcrt. 2020, 5089 (uitgifte: 27-01-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-03-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-01-2020, Stb. 2020, 29 (uitgifte: 31-01-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt bij het besluit van 07-02-2020, Stcrt. 8795 tegelijk in werking met art. I, onderdeel R, van de Wet positie en toezicht advocatuur (01-10-2014, Stb. 354) en art. I en IV van de Wet tot wijziging van de Advocatenwet, de Gerechtsdeurwaarderswet, de Wet op het notarisambt en de Wet positie en toezicht advocatuur (18-12-2019, Stb. 2020, 2).
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Advocaat
1.
In plaats van de in artikel 4.3a, eerste lid, bedoelde verplichting kan een advocaat deelnemen aan gestructureerd intercollegiaal overleg onder begeleiding van een begeleider, gedurende ten minste acht uur per jaar, met ten minste twee uur en ten hoogste vier uur aaneengesloten per dag.
2.
De algemene raad stelt nadere regels over:
- a.
de vereisten aan gestructureerd intercollegiaal overleg; en
- b.
de vereisten aan begeleiders.