Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/592
Cassatieprocesrecht. Art. 426a lid 1 Rv. Niet-ontvankelijkheid. Verzoekschrift niet ondertekend door advocaat bij de Hoge Raad.
HR 19-05-2017, ECLI:NL:HR:2017:931
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 mei 2017
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
17/01106
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:931, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑05‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:356, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑03‑2017
Essentie
Cassatieprocesrecht. Art. 426a lid 1 Rv. Niet-ontvankelijkheid. Verzoekschrift niet ondertekend door advocaat bij de Hoge Raad.
Partij(en)
Arrest in de zaak van:
[verzoeker],
verzoeker tot cassatie.
Verzoeker zal hierna ook worden aangeduid als [verzoeker].
Conclusie
Conclusie A-G mr. G.R.B. van Peursem:
1.
[verzoeker] heeft bij een op 1 maart 2017 per fax bij het secretariaat van de Hoge Raad der Nederlanden ingekomen verzoekschrift beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het gerechtshof Amsterdam van 21 februari 2017 met zaaknummer 200.207.667/01. In dit arrest is het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 11 januari ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.