Einde inhoudsopgave
Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943 [Curaçao]
Artikel 17 [Buitenlandse belastingplicht]
Geldend
Geldend vanaf 16-05-2024
- Bronpublicatie:
14-05-2024, Publicatieblad van Curaçao 2024, 40 (uitgifte: 15-05-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
16-05-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-05-2024, Publicatieblad van Curaçao 2024, 40 (uitgifte: 15-05-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Curaçao
1.
De niet binnen de Nederlandse Antillen wonende personen bedoeld in artikel 1, lid 3, zijn belastingplichtig naar hun gehele belastbare inkomen genoten in het kalenderjaar of belastingtijdvak, voorzover dit werd verkregen uit de opbrengst van:
- a.
binnen de Nederlandse Antillen gelegen onroerende zaken of de rechten waaraan deze zijn onderworpen;
- b.
schuldvorderingen, welke, wat de hoofdsom betreft, verzekerd zijn door hypotheek, gevestigd op binnen de Nederlandse Antillen gelegen onroerende zaken of de rechten waaraan deze zijn onderworpen;
- c.
andere bestanddelen van het roerend kapitaal, geen effecten zijnde, welker opbrengst afhankelijk is hetzij van de opbrengst van onderneming, dat en voor zover het binnen de Nederlandse Antillen wordt uitgeoefend, hetzij van de hoeveelheid of de opbrengst van enig product, binnen de Nederlandse Antillen gewonnen, bewerkt of verwerkt;
- d.
onderneming, zijnde het bedrag van de gezamenlijke voordelen die worden verkregen uit een onderneming die, of een gedeelte van een onderneming dat wordt gedreven met behulp van een in Curaçao aanwezige vaste inrichting of van een vaste vertegenwoordiger in Curaçao;
- e.
Arbeid, voor zover die opbrengst wordt genoten ter zake van het in Curaçao vervullen of vervuld zijn van een dienstbetrekking;
- f.
aandelen in, of winstbewijzen, obligaties of schuldvorderingen ten laste van een binnen de Nederlandse Antillen gevestigde vennootschap welker kapitaal geheel of ten dele in aandelen is verdeeld, met uitzondering van vennootschappen zoals bedoeld in artikel 9A van de Landsverordening op de Winstbelasting 1940 en van lichamen die krachtens de Landsverordening op de scheepstonnagebelasting 2007 niet onderworpen zijn aan de winstbelasting, indien de genieter in de vennootschap een aanmerkelijk belang heeft in de zin van artikel 11, derde lid;
- g.
vervreemding van tot een aanmerkelijk belang behorende aandelen in of winstbewijzen van een vennootschap waarbij het kapitaal geheel of ten dele in aandelen is verdeeld, met uitzondering van vennootschappen zoals bedoeld in artikel 9A van de landsverordening op de Winstbelasting 1940 en van lichamen die krachtens de Landsverordening op de scheepstonnagebelasting 2007 niet onderworpen zijn aan de Winstbelasting;
- h.
een bestaande of vroegere dienstbetrekking door henzelf of door een ander vervuld als bestuurder of commissaris van een binnen de Nederlandse Antillen gevestigd lichaam als bedoeld in artikel 1 van de Landsverordening op de Winstbelasting 1940, ook in het geval van beperking van de bevoegdheid tot buiten de Nederlandse Antillen gelegen gedeelten van de onderneming van dat lichaam;
- i.
uit de lands- of eilandskas bezoldigde ambten, terwijl de aan deze ambten verbonden werkzaamheden buiten de Nederlandse Antillen werden verricht;
- j.
termijnen van lijfrente als bedoeld in artikel 16, eerste lid, onderdeel e;
- k.
uitkeringen en verstrekkingen op basis van de Landsverordening Algemene Ouderdomsverzekering1. of de Landsverordening Algemene Weduwen- en wezenverzekering2.
2.
Het eerste lid, onderdelen f en g, is slechts van toepassing op niet binnen de Nederlandse Antillen wonende natuurlijke personen die in de loop van de laatste tien jaren voorafgaande aan het verkrijgen van de opbrengst uit de aandelen, winstbewijzen, obligaties en schuldvorderingen, bedoeld in onderdeel f van genoemd lid dan wel de vervreemding van de aandelen of winstbewijzen, bedoeld in onderdeel g van genoemd lid inwoner van de Nederlandse Antillen zijn geweest.
3.
Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel g, wordt de verkrijgingsprijs van aandelen en winstbewijzen welke tot een aanmerkelijk belang behoren en ter zake waarvan bij het door de belastingplichtige metterwoon verlaten van de Nederlandse Antillen vervreemdingsvoordelen in aanmerking zijn genomen, gesteld op de waarde in het economische verkeer waarvan is uitgegaan voor de berekening van die voordelen.
4.
Voor de toepassing van dit artikel wordt een lichaam waarvan de oprichting heeft plaatsgevonden naar Nederlands-Antilliaans recht steeds geacht op de Nederlandse Antillen te zijn gevestigd.