Einde inhoudsopgave
Handhaving van privaatrecht door toezichthouders (R&P nr. CA17) 2017/6.2.1
6.2.1 Achtergrond regulering
mr. C.A. Hage, datum 01-12-2017
- Datum
01-12-2017
- Auteur
mr. C.A. Hage
- JCDI
JCDI:ADS445788:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
Zie par. 3.2.2, par. 4.2.2 en par. 5.2.4.
H.W. Micklitz e.a., Consumer Law, Oxford: Hart Publishing 2010, p. 19.
Zie bijv. Halfjaarbericht ConsuWijzer 30 juli 2015 ‘Consument onderschat zijn rechten bij garantie’, te raadplegen op: https://www.acm.nl/nl/publicaties/publicatie/14557/Halfjaarbericht-ConsuWijzer-consument-onderschat-zijn-rechten-bij-garantie/.
Zie par. 2.6.2. Zie in het bijzonder ook W.H. van Boom 2007, Efficacious Enforcement in Contract and Tort (oratie Rotterdam), Den Haag: BJu 2006, par. 2 en 3.
Van Boom 2006, par. 2 en 3; A.L.M. Keirse, ‘De schadevoorkomingsplicht’, in: E.F.D. Engelhard e.a. (red.), Handhaving van en door het privaatrecht. Vijftien bijdragen over handhaving van het privaatrecht en publieke handhaving, Den Haag: BJu 2009, p. 100; A.H. Scheltema & M. Scheltema, Financieel toezicht in bestuursrecht en privaatrecht. Noodzakelijke veranderingen na de crisis (preadvies), Deventer: Kluwer 2009, p. 47-52; F. Cafaggi, Reframing Self-Regulation in European Private Law, Alphen a/d Rijn: Kluwer International 2006, p. xxiv; F. Weber & M. Faure, ‘The Interplay Between Public and Private Enforcement in European Private Law: Law and Economics Perspective, ERPL 2015/4, p. 525, e.v.
Weber & Faure 2015, p. 534.
C. Graham, Regulating Public Utilities; A Constitutional Approach, Oxford: Hart Publishing 2000, p. 32.
Uit het onderzoek komt naar voren dat de hoofdgedachte achter regulering is: het creëren en bewaken van een ‘level playing field’.1 Een level playing field houdt in dat voor alle marktpartijen gelijke marktvoorwaarden gelden, zoals bijvoorbeeld de beschikking over dezelfde informatie. Dit level playing field dient de verbetering van de rechtspositie van zwakke partijen en daarmee uiteindelijk een verhoogde welvaart voor iedereen. De achtergronden van de onderzochte markten en als gevolg daarvan ook de taken van de toezichthouders verschillen echter van elkaar.
In de telecomsector is regulering het middel om de voormalige monopolistische markt open te breken via liberalisering, harmonisering en het algemene mededingingsrecht. Het doel is de handel op de interne markt te bevorderen en de concurrentie te vergroten. De gedachte achter het toezicht is wel dat de ex ante sectorspecifieke regelgeving zal afnemen naarmate de concurrentie op de markt vollediger door het mededingingsrecht geregeld kan worden.
Op de consumentenmarkt heeft regulering door de ACM de belangen van de consument op het oog. In vergelijking met de andere twee onderzochte gebieden is sprake van generiek toezicht, dus niet sectorspecifiek. Het vertrouwen van de consument in de markt in zijn algemeenheid stimuleert de (economische) groei en houdt de werkgelegenheid in stand. Het toezicht ziet voornamelijk op collectieve inbreuken op het consumentenrecht. Omdat de belangen van consumenten als individu vaak te klein zijn, ligt het antwoord op inbreuken op het consumentenrecht die op grote schaal voorkomen in het geven van mogelijkheden en middelen om consumenten te beschermen tegen risico’s en bedreigingen die zij niet als individu kunnen bestrijden.2 Daarvoor ontbreekt het de consument bovendien vaak aan de vereiste juridische en/of technische kennis.3
In de financiële sector heeft regulering de bescherming van zwakke partijen tegen risico’s en bedreigingen waartegen zij zich als individuen niet kunnen verweren tot doel. Net als bij handhaving door de ACM is dit het kernthema. De sectorspecifieke regelgeving dient cliënten te beschermen tegen deze risico’s en bedreigingen. Hierbij speelt een rol dat met name financiële producten een risico-element bevatten. Voor de inschatting van deze risico’s is informatie noodzakelijk. Een individuele cliënt beschikt veelal niet over dergelijke informatie en mist vaak de relevante kennis omtrent complexe financiële producten. Het goed functioneren van de financiële markten is nauw verbonden met het inkomen van individuen en de (inter)nationale economie.
Voor al de onderzochte gebieden geldt dat het privaatrecht niet voldoende toegerust is om de markt optimaal te laten werken, zwakke partijen zoals consumenten te beschermen en daarmee optimale welvaart te realiseren. In hoofdstuk 2 is dit omschreven als het handhavingstekort van het privaatrecht.4 Zo mist het privaatrecht veelal preventief effect, is herstel niet altijd mogelijk, is er geen oog voor het publieke belang en wordt de interne markt niet gestimuleerd.5 Publiekrechtelijke toezichthouders zouden, zo is de gedachte, in voorkomende gevallen het handhavingstekort opheffen omdat toezichthouders beschikken over andere handhavingsmiddelen en bij hen de nadruk meer ligt op ex ante handhaving.6 Daarnaast zouden toezichthouders, als onafhankelijke partij boven de markt, een juiste balans kunnen realiseren tussen de belangen van de marktspelers en kunnen zij, beter dan private partijen, omgaan met de nadelige uitkomsten van een competitieve markt afgewogen tegen sociaal onwenselijke uitkomsten.7
Concluderend kan men stellen dat de regulering van de drie onderzoeksterreinen telkens hetzelfde doel heeft, maar dat vanuit verschillende perspectieven gehandeld wordt om dat doel – marktordening ter bevordering van de welvaart – te bereiken.