Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Republiek Singapore tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen
Artikel 14 Vermogenswinsten
Geldend
Geldend vanaf 31-08-1971
- Bronpublicatie:
19-02-1971, Trb. 1971, 95 (uitgifte: 24-05-1971, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
31-08-1971
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-09-1971, Trb. 1971, 167 (uitgifte: 01-01-1971, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Voordelen verkregen uit de vervreemding van onroerende goederen, zoals omschreven in artikel 6, tweede lid, mogen worden belast in de Staat waar deze goederen zijn gelegen.
2.
Voordelen verkregen uit de vervreemding van roerende zaken deel uitmakende van het bedrijfsvermogen van een vaste inrichting die een onderneming van een van de Staten in de andere Staat heeft, daaronder begrepen voordelen verkregen uit de vervreemding van de vaste inrichting (alleen of te zamen met de gehele onderneming), mogen in die andere Staat worden belast.
3.
Niettegenstaande de bepaling van het tweede lid, zijn voordelen verkregen uit de vervreemding van schepen en luchtvaartuigen die in internationaal verkeer worden geëxploiteerd, en van roerende zaken die worden gebruikt bij de exploitatie van deze schepen en luchtvaartuigen, slechts belastbaar in de Staat waarvan de persoon die de onderneming drijft inwoner is.
4.
Voordelen verkregen uit de vervreemding van alle andere zaken dan die genoemd in het eerste, tweede en derde lid zijn slechts belastbaar in de Staat waarvan de vervreemder inwoner is.
5.
Niettegenstaande de bepalingen van het vierde lid mogen, indien een persoon 25 percent of meer bezit van het aandelenkapitaal van een lichaam dat zich geheel of hoofdzakelijk bezig houdt met onroerende goederen, de voordelen verkregen uit de vervreemding van enige of van al die aandelen worden belast in de Staat waar die onroerende goederen zijn gelegen.
6.
Tenzij in het vijfde lid anders is bepaald, tast de bepaling van het vierde lid niet aan het recht van elk van de Staten overeenkomstig zijn eigen wetgeving belasting te heffen op voordelen uit de vervreemding van aandelen of winstbewijzen in een lichaam waarvan het kapitaal geheel of gedeeltelijk in aandelen is verdeeld en dat inwoner is van die Staat, verkregen door een natuurlijke persoon die inwoner is van de andere Staat en die in de loop van de laatste vijf jaren voorafgaande aan de vervreemding van de aandelen of winstbewijzen inwoner van de eerstbedoelde Staat is geweest.