NJB 2014/1428:Schuldeisersverzuim. HR: Indien, nadat de schuldeiser zich (alsnog) tot medewerking aan de nakoming bereid heeft verklaard, de schuldenaar zijn prestatie niet aanstonds kan verrichten maar daarvoor redelijkerwijs nog enige voorbereidingstijd nodig heeft, eindigen de gevolgen van het schuldeisersverzuim pas zodra de schuldenaar redelijkerwijs weer tot nakoming in staat is. Nu de omvang van deze extra benodigde termijn een feitelijk punt van ondergeschikte aard betreft, kan de Hoge Raad zelf de zaak afdoen