Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 1560/2003 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend
Artikel 20 Referentienummer
Geldend
Geldend vanaf 09-02-2014
- Bronpublicatie:
30-01-2014, PbEU 2014, L 39 (uitgifte: 08-02-2014, regelingnummer: 118/2014)
- Inwerkingtreding
09-02-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-01-2014, PbEU 2014, L 39 (uitgifte: 08-02-2014, regelingnummer: 118/2014)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Vreemdelingenrecht / Verblijf
1.
Elk bericht draagt een referentienummer dat het mogelijk maakt eenduidig vast te stellen op welke zaak het betrekking heeft en welke lidstaat het verzoek indient. Dit nummer moet het ook mogelijk maken vast te stellen of het bericht betrekking heeft op een overnameverzoek (type 1), een terugnameverzoek (type 2), een verzoek om inlichtingen (type 3), een uitwisseling van informatie over een kind, een broer of zuster, of een ouder van een verzoeker in een situatie van afhankelijkheid (type 4), een uitwisseling van informatie over het gezin, broers of zusters, of familieleden van een niet-begeleide minderjarige (type 5), de toezending van informatie voorafgaand aan een overdracht (type 6) of de toezending van de gemeenschappelijke gezondheidsverklaring (type 7).
2.
Het referentienummer begint met de letters die in Eurodac worden gebruikt om de lidstaat aan te geven. De code wordt gevolgd door de vermelding van het type verzoek volgens de indeling die in lid 1 is gegeven.
Wanneer een verzoek is gebaseerd op door Eurodac verstrekte gegevens, wordt het Eurodac-referentienummer van de aangezochte lidstaat toegevoegd.