RvdW 2011/749
Geen derdenwerking Salduz-rechtspraak
HR 07-06-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP2740
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 juni 2011
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan, W.F. Groos, C.H.W.M. Sterk
- Zaaknummer
10/00432
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BP2740
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BP2740, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑06‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BP2740, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑01‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑10‑2010
- Wetingang
Essentie
Indien de Salduz-norm ten aanzien van een medeverdachte is geschonden, heeft dat als regel geen gevolg voor de zaak van de verdachte. Indien echter door vormverzuimen bij de totstandkoming van de verklaring van een medeverdachte de betrouwbaarheid daarvan wezenlijk is beïnvloed, zal de rechter die verklaring om die reden buiten beschouwing laten.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 19 januari 2010, nummer 23/005548-06, in de strafzaak tegen: S.. Adv. mr. G. Spong, te Amsterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. Vellinga:
1.
Verdachte is door het Gerechtshof te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.