NJB 2012/1526
HR, 22-06-2012, nr. 11/00584
HR 22-06-2012, ECLI:NL:PHR:2012:BW5695
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 juni 2012
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, J.C. van Oven, F.B. Bakels, W.D.H. Asser en C.E. Drion;
- Zaaknummer
11/00584
- Conclusie
A-G mr. L.A.D. Keus
- LJN
BW5695
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2012:BW5695, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑06‑2012
ECLI:NL:PHR:2012:BW5695, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑06‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑01‑2011
- Wetingang
BBA art. 9 leden 1 en 3; BW art. 6:2 lid 2, 6:248 lid 2; Rv art. 129
Essentie
Vervaltermijn. Eisvermindering. Een werkgever ontslaat op staande voet een werknemer van wie hij weet dat deze ernstige psychische klachten heeft. De werknemer wordt opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. Nadat hij daaruit is ontslagen, doet hij een beroep op de vernietigingsgrond van art. 9 lid 1 BBA (geen toestemming van het UWV). De werkgever voert het verweer dat de vervaltermijn van art. 9 lid 3 BBA (zes maanden) is verstreken. Het hof acht dit beroep naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. HR: 1. Vervaltermijn. Redelijkheid en billijkheid. Het hof heeft de passende grote terughoudendheid in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.