NJ 2021/134
Lokaalvredebreuk door zich in politiebureau en gerechtsgebouw niet op vordering van de bevoegde ambtenaar te verwijderen.
HR 13-11-2018, ECLI:NL:HR:2018:2100
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 november 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.J.A. van Dorst, M.J. Borgers
- Zaaknummer
17/01472
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS263502:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2100, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑11‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:858, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑10‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑10‑2017
- Wetingang
Art. 139 Sr
Essentie
Lokaalvredebreuk door zich in politiebureau en gerechtsgebouw niet op vordering van de bevoegde ambtenaar te verwijderen.
Samenvatting
De woorden ‘vordering van den ‘bevoegden’ ambtenaar’ in art. 139 lid 1 Sr brengen enkel tot uitdrukking dat de vordering moet zijn gedaan vanwege de rechthebbende — bijv. de Staat of de gemeente — van het voor de openbare dienst bestemde lokaal. I.c. heeft de desbetreffende verbalisant de vordering telkens gedaan namens de rechthebbende (van het politiebureau resp. het gerechtsgebouw).
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, van 7 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.