Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (B)
2.1 Middelen van bestaan
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
07-12-2020, Stcrt. 2020, 64256 (uitgifte: 28-12-2020, regelingnummer: WBV 2020/23)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-12-2020, Stcrt. 2020, 64256 (uitgifte: 28-12-2020, regelingnummer: WBV 2020/23)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
De persoon bij wie de vreemdeling wil verblijven, de referent, moet zelfstandig en duurzaam beschikken over voldoende middelen van bestaan. De beleidsregels opgenomen in B1/4.3 zijn van toepassing op de beoordeling van de middelen van bestaan van de referent.
2.1.1. Vrijstellingsgronden middelen van bestaan
De IND wijst de aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd niet af omdat de referent niet zelfstandig en duurzaam over voldoende middelen van bestaan beschikt, als de referent voldoet aan één van de volgende voorwaarden:
- •
de referent heeft de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, AOW bereikt;
- •
de referent is naar het oordeel van de Minister blijvend en volledig arbeidsongeschikt; of
- •
de referent is blijvend niet in staat aan de plicht tot arbeidsinschakeling te voldoen.
Uitkering WAO, WAZ, Wajong
De IND neemt blijvende en volledige arbeidsongeschiktheid als bedoeld in artikel 3.22, tweede lid, Vb aan als de referent:
- •
- •
- •
uit de meest recente uitkeringsspecificatie (die van minimaal één jaar na datum toekenningsbeschikking is) blijkt dat de referent op het moment van het indienen of beoordelen van de aanvraag nog steeds voor 80-100% arbeidsongeschikt is, omdat de uitkering minimaal op gelijke hoogte is gebleven.
Uitkering WIA
De IND neemt blijvende en volledige arbeidsongeschiktheid als bedoeld in artikel 3.22, tweede lid, Vb aan als de referent:
- •
een uitkering op grond van de WIA ontvangt en voldoet aan één van de volgende voorwaarden:
- •
de referent valt onder de regeling IVA en uit de toekenningsbeschikking en/of uit de meest recente herbeoordeling blijkt dat er geen kans is op herstel; of
- •
de referent valt onder de regeling IVA en uit zowel de toekenningsbeschikking als uit de meest recente herbeoordeling blijkt dat er een geringe kans is op herstel.
De IND neemt blijvende en volledige arbeidsongeschiktheid als bedoeld in artikel 3.22, tweede lid, Vb, in ieder geval niet aan als de referent een uitkering WIA ontvangt op grond van de regeling WGA.
Uitkering Wet Wajong (wet geldig vanaf 1 januari 2010)
De IND neemt blijvende en volledige arbeidsongeschiktheid als bedoeld in artikel 3.22, tweede lid, Vb aan als de referent:
- •
een uitkering op grond van de Wet Wajong ontvangt en voldoet aan één van de volgende voorwaarden:
- •
de referent is volledig en duurzaam arbeidsongeschikt en uit de toekenningsbeschikking en/of uit de meest recente herbeoordeling blijkt dat er geen kans is op herstel; of
- •
de referent is volledig en duurzaam arbeidsongeschikt en uit zowel de toekenningsbeschikking als uit de meest recente herbeoordeling blijkt dat er een geringe kans is op herstel.
Andere uitkering (bijvoorbeeld uitkering ingevolge de Pw)
De IND neemt blijvende en volledige arbeidsongeschiktheid als bedoeld in artikel 3.22, tweede lid, Vb aan als de referent geen uitkering op grond van de WIA, WAO, WAZ, Wet Wajong of Wajong ontvangt en als wordt voldaan aan alle volgende voorwaarden:
- •
de referent is ten minste twee jaar volledig arbeidsongeschikt;
- •
(gedeeltelijk) herstel van de referent is voor ten minste nog een jaar redelijkerwijs uitgesloten; en
- •
niet al op voorhand, gelet op de reden(en) van de arbeidsongeschiktheid, is geheel of gedeeltelijk herstel van de referent na dit jaar te verwachten.
Verplichting tot arbeidsinschakeling conform artikel 9 Pw
Met toepassing van artikel 3.13, tweede lid, Vb wijst de IND de verblijfsvergunning niet af op grond van artikel 16, eerste lid, onder c, Vw als de referent blijvend niet in staat is aan de plicht tot arbeidsinschakeling te voldoen.
De IND neemt in ieder geval aan dat de referent blijvend niet in staat is om aan de wettelijke verplichting tot arbeidsinschakeling conform artikel 9 Pw te voldoen als de referent voldoet aan de twee volgende voorwaarden:
- •
de referent is vijf jaar door B&W op grond van artikel 9, tweede lid, Pw volledig ontheven van de verplichting bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a, Pw (plicht tot arbeidsinschakeling); en
- •
gedeeltelijke of volledige arbeidsinschakeling van de referent is niet binnen één jaar te voorzien.
Wsw-indicatie
De IND neemt blijvende en volledige arbeidsongeschiktheid als bedoeld in artikel 3.22, tweede lid, Vb aan als de referent beschikt over een geldige Wsw-indicatie.
Indicatie banenafspraak
De IND neemt blijvende en volledige arbeidsongeschiktheid als bedoeld in artikel 3.22, tweede lid, Vb aan als de referent op het tijdstip waarop de verblijfsaanvraag is ontvangen of de beschikking wordt gegeven ten minste twee jaar beschikt over een geldige indicatie banenafspraak in de zin van de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten.
Familie- of gezinslid van slachtoffer mensenhandel, getuige-aangever mensenhandel of slachtoffer eergerelateerd geweld of huiselijk geweld
Als de referent een verblijfsvergunning heeft op tijdelijke humanitaire gronden, verband houdend met mensenhandel of eergerelateerd geweld of huiselijk geweld, dan wijst de IND de aanvraag voor een verblijfsvergunning met toepassing van artikel 3.13, tweede lid, Vb niet af op grond van artikel 16, eerste lid, aanhef en onder c, Vw als de referent niet zelfstandig en duurzaam beschikt over voldoende middelen van bestaan.
Nederlands-Amerikaans Vriendschapsverdrag
Met toepassing van artikel 3.13, tweede lid, Vb wijst de IND de aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd voor de echtgeno(o)t(e) of het ongehuwde minderjarig kind – ongeacht hun nationaliteit – van een referent niet af op grond van artikel 16, eerste lid, onder c, Vw als de referent op grond van artikel II, eerste lid, onder a of b, van het Nederlands-Amerikaans Vriendschapsverdrag is toegelaten.
2.1.2. Gezinsvorming en alimentatie
De IND brengt de alimentatie die moet worden betaald voor zowel de huwelijks- of geregistreerde partner als de alimentatie voor de kinderen, in mindering op het inkomen van de referent als wordt voldaan aan alle volgende voorwaarden:
- •
er is sprake is van een aanvraag met als doel gezinsvorming; en
- •
de referent heeft in een eerdere verblijfsprocedure zijn (ex)-partner tegen zijn wil en zonder identiteitspapieren achtergelaten in het land van herkomst.
2.1.3. Referent met verblijfsrecht als bedoeld in B3 of B6
In aanvulling op artikel 3.22, eerste lid, Vb beschouwt de IND de middelen van bestaan van de referent die verblijfsrecht heeft in het kader van studie, onderzoek in de zin van richtlijn (EU) 2016/801, arbeid als kennismigrant, het zoeken en verrichten van arbeid al dan niet in loondienst, overplaatsing binnen een onderneming of arbeid als zelfstandige als bedoeld in artikel 3.30, zesde lid, Vb als duurzaam als de middelen van bestaan beschikbaar zijn voor een jaar of zoveel korter als de verblijfsduur van de referent.
Middelen van bestaan van de referent uit een andere bron zoals genoemd in artikel 3.73, eerste lid, Vb worden ook als middelen van bestaan in het kader van de aanvraag om familie- of gezinslid beschouwd als deze voor de hoofdpersoon meetellen bij het beoordelen of deze duurzaam en zelfstandig beschikt over voldoende middelen van bestaan.