Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2020/1828 betreffende representatieve vorderingen ter bescherming van de collectieve belangen van consumenten en tot intrekking van Richtlijn 2009/22/EG
Artikel 14 Elektronische gegevensbanken
Geldend
Geldend vanaf 24-12-2020
- Bronpublicatie:
25-11-2020, PbEU 2020, L 409 (uitgifte: 04-12-2020, regelingnummer: 2020/1828)
- Inwerkingtreding
24-12-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-11-2020, PbEU 2020, L 409 (uitgifte: 04-12-2020, regelingnummer: 2020/1828)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Europees burgerlijk procesrecht
EU-recht / Marktintegratie
EU-recht / Rechtsbescherming
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
1.
De lidstaten kunnen nationale elektronische gegevensbanken opzetten die publiek toegankelijk zijn via websites en die informatie verschaffen over bevoegde instanties die vooraf zijn aangewezen met als doel binnenlandse en grensoverschrijdende representatieve vorderingen in te stellen, alsook algemene informatie over aanhangige en afgesloten representatieve vorderingen.
2.
Indien een lidstaat een in lid 1 bedoelde elektronische gegevensbank aanlegt, deelt zij aan de Commissie het internetadres mee waarop die elektronische databank toegankelijk is.
3.
De Commissie zet een elektronische gegevensbank op, en houdt deze bij, voor de volgende doeleinden:
- a)
- b)
samenwerking tussen de in artikel 20, lid 4, bedoelde bevoegde instanties.
4.
De in lid 3 van dit artikel bedoelde elektronische gegevensbank is, voor zover relevant, rechtstreeks toegankelijk voor:
- a)
de nationale contactpunten als bedoeld in artikel 5, lid 5;
- b)
de rechtbanken en administratieve autoriteiten, indien nodig krachtens nationaal recht;
- c)
de bevoegde instanties die door de lidstaten zijn aangewezen voor het instellen van binnenlandse representatieve vorderingen en grensoverschrijdende representatieve vorderingen, en
- d)
de Commissie.
De in artikel 5, lid 1, bedoelde informatie die door de lidstaten wordt gedeeld in de in lid 3 van dit artikel bedoelde elektronische gegevensbank en die betrekking heeft op de bevoegde instanties die zijn aangewezen voor het instellen van grensoverschrijdende representatieve vorderingen wordt openbaar gemaakt.