AB 2017/131
Redelijke termijn: geringe slagingskans beroep tegen besluit impliceert niet afwezigheid spanning en frustratie. Rechtseenheid.
CRvB 22-11-2016, ECLI:NL:CRVB:2016:4478, m.nt. A.M.L. Jansen
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
22 november 2016
- Magistraten
Mrs. W.H. Bel, W.F. Claessens, C.J. Borman
- Zaaknummer
15/3418 WWB
- Noot
A.M.L. Jansen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS926015:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2016:4478, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 22‑11‑2016
- Wetingang
Art. 6 EVRM
Essentie
Dat kans van slagen bij het instellen van beroep tegen het bestreden besluit als laag is in schatten, is onvoldoende om te concluderen dat spanning en frustratie om die reden niet aanwezig zijn.
Samenvatting
Zoals de Raad vaker heeft overwogen (zie bijvoorbeeld de uitspraak 22 september 2006, ECLI:NL:CRVB:2006:AY8871) moet uit het arrest van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens van 29 maart 2006, Pizzati versus Italië, nr. 62361/00, worden afgeleid dat in geval van schending van de redelijke termijn daadwerkelijke spanning en frustratie wordt voorondersteld. Voorts heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.