Einde inhoudsopgave
Besluit beveiliging burgerluchtvaart
Artikel 21
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
01-12-2020, Stb. 2020, 514 (uitgifte: 14-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-07-2021, Stb. 2021, 370 (uitgifte: 22-07-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Vervoersrecht / Personenvervoer algemeen
1.
Een beveiligingsopleiding die op grond van EG-verordening 300/2008 slechts mag worden verzorgd door een gecertificeerde instructeur, wordt gegeven door een persoon die beschikt over een door Onze Minister verleende erkenning.
2.
Op aanvraag van de betrokkene of van de organisatie waarvoor deze de beveiligingsopleiding zal verzorgen verleent Onze Minister de erkenning, indien hij ten aanzien van de betrokkene heeft vastgesteld dat deze overeenkomstig punt 11.5.1 van de bijlage bij EU-verordening 2015/1998 minstens:
- a.
met goed gevolg een achtergrondcontrole heeft doorstaan;
- b.
over vaardigheden op het gebied van instructietechnieken beschikt;
- c.
vertrouwd is met de werkomgeving op het relevante terrein van luchtvaartbeveiliging;
- d.
over vaardigheden beschikt op het gebied van de te onderwijzen beveiligingselementen.
3.
De erkenning geldt voor een periode van vijf jaar, gerekend vanaf de dag volgend op de dag waarop de erkenning is verleend.
4.
Bij regeling van Onze Minister kunnen, met het oog op de goede uitvoering van EG-verordening 300/2008, nadere regels worden gesteld over de bekwaamheid en betrouwbaarheid die noodzakelijk is voor het geven van beveiligingsopleidingen en de wijze waarop deze bekwaamheid en betrouwbaarheid wordt vastgesteld.