FED 2022/116
Verplichting tot vooruitbetaling van bpm die na bezwaar wordt verminderd, leidt niet tot proceskostenvergoeding voor de bezwaarfase.
HR 23-09-2022, ECLI:NL:HR:2022:1277, m.nt. mr. G.C.D. Grauss
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 september 2022
- Magistraten
Mrs. Van Hilten, Punt, Feteris, Fierstra, Van Eijsden
- Zaaknummer
21/02358
- Noot
mr. G.C.D. Grauss
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS679221:1
- Vakgebied(en)
Belastingheffing van motorrijtuigen / Belasting van personenauto's en motorrijwielen
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑09‑2022
ECLI:NL:HR:2022:1277, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑09‑2022
- Wetingang
Essentie
Verplichting tot vooruitbetaling van bpm die na bezwaar wordt verminderd, leidt niet tot proceskostenvergoeding voor de bezwaarfase.
Samenvatting
Belanghebbende doet aangifte bpm voor twee motorrijtuigen die zij uit het buitenland heeft geïmporteerd. Voor beide motorrijtuigen ligt het moment van aangifte enige weken voor het moment van tenaamstelling in het kentekenregister. Belanghebbende maakt bezwaar tegen de aangiften bpm. In bezwaar vermindert de Inspecteur de bpm vanwege een leeftijdskorting, op basis van het moment van de latere tenaamstelling. Belanghebbende wil een vergoeding van de proceskosten in de bezwaarfase. De Inspecteur weigert deze proceskostenvergoeding toe te kennen. De Hoge Raad overweegt dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.