V-N 2014/26.9
Nederland mag forfaitair rendement heffen over participaties in buitenlandse beleggingsfondsen die geen dividenden hebben uitgekeerd
HR 23-05-2014, ECLI:NL:HR:2014:1191, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 mei 2014
- Magistraten
Schaap, Van Loon, Fierstra, Groeneveld, Wortel
- Zaaknummer
13/02237
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- JCDI
JCDI:ADS918139:1
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1191, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑05‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑05‑2014
- Wetingang
art. 5.3 Wet IB 2001
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat Nederland, als de belastingheffing aan haar is toegewezen, de ruimte heeft om inkomsten te belasten volgens Nederlandse wettelijke bepalingen. Volgens de Hoge Raad is er dan ook ruimte voor het toepassen van forfaits en ficties.
Samenvatting
X heeft vermogen belegd in participaties in buitenlandse beleggingsfondsen. In zijn IB-aangifte 2006 geeft hij een voordeel uit sparen en beleggen aan van € 271.121. Hij is echter van mening dat de participaties niet in aanmerking dienen te worden genomen bij het bepalen van het voordeel uit sparen en beleggen. Volgens X heeft Nederland haar heffingsbevoegdheid onbevoegd eenzijdig ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.