NJB 2018/14:Fiscaal pleitbaar standpunt en het strafrecht: de Hoge Raad herhaalt HR 21 april 2017, ECLI:NL:HR:2017:638, BNB 2017/162. In casu kon en mocht de verdachte rechtspersoon ten tijde van het doen van de aangiften vennootschapsbelasting – naar objectieve maatstaven gemeten – niet redelijkerwijs menen dat diens uitleg van het bepaalde in art. 20a lid 1 (oud) Wet Vpb en daarmee de door hem gedane aangiften juist waren