RBP 2016/37
Grievenstelstel. Moest hof ambtshalve toetsen of boetebeding in huurovereenkomst een ‘oneerlijk beding’ is in de zin van EG-Richtlijn oneerlijke bedingen (93/13/EEG)?
HR 26-02-2016, ECLI:NL:HR:2016:340
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 februari 2016
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
15/01425
- Conclusie
A-G mr. M.H. Wissink
- JCDI
JCDI:ADS923609:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Europees verbintenissenrecht
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:340, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑02‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2703, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑10‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑03‑2015
- Wetingang
Essentie
Grievenstelstel. Rechtsstrijd in appel. Openbare orde. Aanvulling van rechtsgronden.
Moest hof ambtshalve toetsen of het boetebeding in een huurovereenkomst woonruimte een ‘oneerlijk beding’ is in de zin van EG-Richtlijn oneerlijke bedingen (93/13/EEG)? Wat is de verhouding tussen de grenzen van de rechtsstrijd en het door de grieven ontsloten gebied?
Samenvatting
Een stichting heeft aan eiser bij schriftelijke huurovereenkomst van 1 december 2008 een huis verhuurd. Op de huurovereenkomst zijn algemene voorwaarden van toepassing, onder meer inhoudende een verbod tot illegale onderverhuur en een boetebeding. Ingevolge het boetebeding is de huurder bij overtreding van enige bepaling uit de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.