Einde inhoudsopgave
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Artikel 7.5a Bijzondere studielast van opleidingen in het wetenschappelijk onderwijs
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2021
- Bronpublicatie:
07-04-2021, Stb. 2021, 263 (uitgifte: 07-06-2021, kamerstukken: 35582)
- Inwerkingtreding
01-09-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-06-2021, Stb. 2021, 325 (uitgifte: 09-07-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
De studielast van een masteropleiding in het wetenschappelijk onderwijs:
- a.
tot leraar voor de periode van voorbereidend hoger onderwijs in vakken van voortgezet onderwijs bedraagt ten minste 60 studiepunten en ten hoogste 120 studiepunten. Het instellingsbestuur bepaalt binnen die bandbreedte de studielast van de opleiding;
- b.
voor het beroep van wijsgeer van een bepaald wetenschapsgebied bedraagt 120 studiepunten;
- c.
voor het beroep van arts, dierenarts, apotheker, tandarts en klinisch technoloog bedraagt 180 studiepunten; en
- d.
geneeskunde, klinisch onderzoeker bedraagt 240 studiepunten.