NJB 2019/2366:Griffierecht. Toegang tot de rechter. Pleitbaar standpunt. De in Nederland bestaande regeling in het bestuursrecht over heffing van griffierecht is niet in strijd met het Unierechtelijke doeltreffendheidsbeginsel. Pleitbaar standpunt: belanghebbende hoefde niet meer feiten en omstandigheden te stellen; het Hof had zelfstandig moeten onderzoeken of voor de uitleg van het Unierecht die ten grondslag lag aan de in de aangifte toegepaste afschrijving – naar objectieve maatstaven gemeten – zodanige juridische argumenten aanwezig waren dat belanghebbende redelijkerwijs kon en mocht menen dat hij het juiste bedrag op aangifte had voldaan

NJB 2019/2366

Griffierecht. Toegang tot de rechter. Pleitbaar standpunt. De in Nederland bestaande regeling in het bestuursrecht over heffing van griffierecht is niet in strijd met het Unierechtelijke doeltreffendheidsbeginsel. Pleitbaar standpunt: belanghebbende hoefde niet meer feiten en omstandigheden te stellen; het Hof had zelfstandig moeten onderzoeken of voor de uitleg van het Unierecht die ten grondslag lag aan de in de aangifte toegepaste afschrijving – naar objectieve maatstaven gemeten – zodanige juridische argumenten aanwezig waren dat belanghebbende redelijkerwijs kon en mocht menen dat hij het juiste bedrag op aangifte had voldaan

Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.

Essentie

Griffierecht. Toegang tot de rechter. Pleitbaar standpunt. De in Nederland bestaande regeling in het bestuursrecht over heffing van griffierecht is niet in strijd met het Unierechtelijke doeltreffendheidsbeginsel. Pleitbaar standpunt: belanghebbende hoefde niet meer feiten en omstandigheden te stellen; het Hof had zelfstandig moeten onderzoeken of voor de uitleg van het Unierecht die ten grondslag lag aan de in de aangifte toegepaste afschrijving – naar objectieve maatstaven gemeten – zodanige juridische argumenten aanwezig waren dat belanghebbende redelijkerwijs kon en mocht menen dat hij het juiste bedrag op aangifte had voldaan

Uitspraak

Hoge Raad, onder meer:

‘3.1.1.

Belanghebbende heeft voor het instellen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.

Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.